Photos of Vietnam (click here)
The English version is down below (in purple)
Zo! Ik moet een hoop tijd bijschrijven in mijn blog. Ik ben gebleven bij mijn aankomst in Hanoi (Vietnam). Merte is weer naar huis en ik heb een bed in een slaapzaal geregeld in het Hanoi Backpackers Hostel. Ineens lig ik met 11 andere meiden op een kamer. Het is even wennen. De eerste paar dagen doe ik hier niet zoveel . Ik ontmoet veel Nederlandse meiden, die allemaal na een paar dagen weer weggaan. Wie blijft er dan ook 2 hele weken in Hanoi? Gekkenhuis. Zo ga ik met Jasmijn naar de Temple of Literature en het Ho Chi Minh Mausoleum (de man is al 35 jaar dood en ligt daar opgebaard… brrrr), drink ik met Martine en Esmeralda lekker koffie en met Maaike klets ik onder het genot van een biertje en loempia’s terwijl we in het Hoan Kiem meer dé schildpad zien. Overigens, als je die ziet zou dat eeuwig geluk brengen… Zou het?
Omdat het wel echt een beetje saai wordt zo in m’n eentje, boek ik een trip naar Sapa toe in het noorden van Vietnam. Onderweg naar het station raak ik in gesprek met twee Belgische meiden uit de groep: Nele en Jennifer. Maar nog voordat we in de trein stappen, word ik uit de groep geplukt en in mijn eentje op een andere trein gezet. Wat? Waarom? De volgende dag kom ik ze bij het hotel weer tegen en na ingecheckt te hebben gaan we op wandeltocht. Het is behoorlijk toeristisch (okee, dat is wel een understatement…) en dat wordt alleen maar erger. Dansvoorstellinkje, watervalletje en een hoop winkeltjes in de “tribal villages” met “authentieke spullen”. De tweede dag doen we een trekking en omdat het zo ontzettend mistig is, voel ik me hier echt een beetje gevangen in deze toerist-trap. Het uitzicht moet geweldig mooi zijn, maar ik heb het helaas niet gezien.
En dan komt ein-de-lijk Mama aan in Vietnam J Een van de eerste dingen die we gaan bekijken is de Water Puppet Show. Nou wil ik niet zeuren, maar zoals ik iemand het hoorde omschrijven “Let’s just say that entertainment has come a long way since!”. De show wordt iets van 5 keer per dag uitgevoerd en hoewel we de eerste show van de dag zien, kijken de ‘artiesten’ nu al verveeld uit de ogen. Gelukkig duurt het maar 45 minuten.
Onze eerste echte trip is naar Halong Bay. We doen een tour waarbij we één nacht op een boot slapen. We hebben het geluk dat het weer hier iets meer meezit dan toen ik in Sapa was. Het is er prachtig mooi. De baai is bezaaid met honderden kleine en grotere eilandjes. We bezoeken een grot (“The Amazing Cave”… wie bedenkt zo’n naam?!), bekijken het uitzicht vanaf To Tip eiland en krijgen vooral veel en heerlijk eten voorgeschoteld!
Vanuit Halong Bay gaan we terug naar Hanoi om diezelfde avond meteen door te reizen met de slaaptrein naar Hué. Ik maak me een beetje zorgen om hoe Mam de slaaptrein vindt. Hierdoor slaap ik zelf bar weinig, maar Mama slaapt natuurlijk als een roos. In Hué is een oude citadel en verboden stad. Het is wel leuk, maar vooral een groot complex overgroeid door gras.
Met de ‘tourist-bus’ (lees: aftans, afgeleefd, op z’n tandvlees rijdend gevaarte…) gaan we verder naar Hoi An. Onderweg ziet het eruit alsof we langs grote weilanden rijden (ik blijf tenslotte een Nederlandse), maar als je beter kijkt zie je dat het allemaal rijstvelden zijn. Ook de conische puntmutsen in de velden waarvan ik denk dat het werkende mensen zijn, blijken uiteindelijk Vietnamese vogelverschrikkers…. Ik heb duidelijk mijn bril niet op ;-)
Mama en ik zijn meteen gecharmeerd van dit lieflijke stadje. We wandelen veel door de straatjes die vol met lampionen hangen. De sfeer is gezellig, het eten is lekker en de wijn smaakt goed. Ik laat hier een pak op maat maken: broek, rok en blazer en twee blouzes voor het ‘astronomische’ bedrag van $ 140,- (ongeveer € 120,-). Alles binnen 24 uur gemaakt, past perfect en is lang genoeg. Jammer dat ik geen winkel kon vinden die motorpakken op maat maakt!
We bezoeken My Son, het kleine zusje van wat er in Angkor Wat (Cambodja) te zien zou moeten zijn. Ruïnes van tempels als ook gaten in de grond waar B52 bommen zijn geland… Het is hier bizar druk met toeristen, maar wel leuk en indrukwekkend om te zien. Ook huren we een dag fietsen en toeren zo tussen de rijstvelden van Hoi An heen. Het echte Vietnam gevoel, vind ik althans.
Vanuit Danang, wat 20 km van Hoi An ligt en waar we de Marble mountain en het Cham museum bekijken, gaan we met het vliegtuig naar Dalat. Dalat is deVietnamese stad van de liefde. Grappig genoeg doet het ook echt een beetje aan Parijs denken, vooral omdat er een elektriciteitsmast staat die eruit ziet als de Eifeltoren ;-) Het is hier heerlijk, met vooral Vietnamese toeristen. Dat betekent dat er meer van je “hints-vaardigheden” wordt verwacht, omdat minder mensen hier Engels spreken. Het heeft wel wat.
In Dalat doen we weinig. Het stadje ligt in de bergen, waardoor we iets koeler weer hebben (wat wel gewenst was na het snikhete Hue en het plakkerige Hoi An). Lekker chillen, de Datanla watervallen bezoeken, het zomerpaleis van Dao Bai bekijken en rondom het meer hangen.
2 Maart word ik ’s ochtends vroeg wakker gebeld door mijn lieve vriendin Marisca om te vertellen dat ze die avond (dus 1 maart… handig dat tijdsverschil) bevallen is van Yngve, hun zoontje. Voordat ik op reis ging hebben Marisca en Joeri gevraagd of ik peettante van hun ‘zoontje in wording’ wilde worden, wat ik een eer vond en vind! Natuurlijk wil ik dat. Dus vier ik dat ik aan de andere kant van de wereld peettante ben geworden van hem. Toch voelt het ook wel een beetje raar om niet langs te kunnen gaan.
Vanuit Dalat vliegen we naar Saigon. Wat een gekkenhuis is het hier. Ik dacht dat Hanoi al een uitdaging was qua verkeer, maar dit is Hanoi in het kwadraat! Ik weet niet hoeveel motortjes ze hier hebben, maar het zijn er VEEL! Als je wilt oversteken, ook al is het op een zebrapad en staat het licht voor jou als voetganger op groen, dit is hoe dat in z’n werk gaat: doe een schietgebedje, doe je ogen dicht, begin met oversteken (ja, ook al komt er verkeer aan!), kijk niet achterom en zodra je merkt dat je aan de overkant bent kun je weer gaan ademhalen ;-)
Back to the future in Bangkok (Thailand)
De volgende dag vliegen we meteen door naar Bangkok. Mam wil hier graag nog eens heen om herinneringen op te halen, nu is ze een soort van ‘in de buurt’ is. We checken in bij een super hotel in Bangkok, met zwembad en geweldig uitzicht vanaf de 10e verdieping J De volgende dag gaan we meteen op zoek naar ons vroegere huis. Vorige keer heb ik dus op het verkeerde adres rond gedoold. Nu lopen we er in één keer naartoe. Toch handig als je het juiste adres hebt! We hebben aangebeld, maar de dienstmeid, als ook de twee kinderen die open doen, verstaan haast geen Engels en met handen en voeten lukt het ons niet om uit te leggen dat wij daar hebben gewoond. We hadden graag even binnen willen kijken. Maar goed, we hebben het in ieder gezien en herkend.
Verder in Bangkok gaan we op zoek naar nog meer herinneringen: Wat Po, Lumpini Park en Silom Road. Er is in 20 jaar behoorlijk wat veranderd volgens Mam. Voor mij is het vooral herinneringen zien van 2 maanden geleden: Khao San road, de skytrain en de expressboat. Ergens verwacht ik bekende gezichten te zien, maar die mensen zijn natuurlijk allang doorgereisd of terug naar huis.
Na 3 dagen Bangkok gaan we weer terug naar Saigon, waar we nog 1,5 dag samen hebben. We bezoeken het War Remnant Museum. Indrukwekkend en emotioneel! Ik loop het museum uit met een enorm gevoel van “Wat doen we elkaar als mensheid aan?!” En dan niet alleen de Vietnam – Amerika oorlog, maar elke oorlog. Waarom? En dan ook nog bedenken om chemicaliën te gaan rondstrooien… Mocht je er meer over willen lezen, google “Agent Orange”.
Ook bekijken we nog een van de weinige kerken hier: de ‘Notre Dame’. Mooi staaltje Vietnamese kerkelijkheid al zeg ik het zelf. Waar in Europa zou je namelijk een Maagd Maria standbeeld vinden met blauwe neonlicht aureool er omheen? ;-)
En dan is het tijd om afscheid te nemen. Mam en ik hebben drie heerlijke weken achter de rug met goede gesprekken, lekkere wijntjes en overnacht in goede hotels. Een luxe backpacker vakantie! Ondertussen heb ik besloten dat ik het backpacken een beetje (behoorlijk) zat ben geworden voor nu. Ik wil even op één plek zijn, zonder elke keer weer opnieuw iets te leren kennen qua stad en cultuur. Dus ik besluit om Cambodja over te slaan en vanuit Saigon naar Australië te vliegen.
De laatste paar dagen alleen in Saigon hang ik vooral rond in het backpackers-gebeuren. Ik bezoek de Cu Chi tunnels (waar ik als Nederlander echt te lang voor ben!) en de Cao Dai tempel en drink wat biertjes met 2 Canadese meiden en daarna nog met 2 Nederlandse meiden.
En dan is het moment daar! Na precies 200 dagen (wederom toeval!) berekend vanaf het moment dat ik aan mijn reis begon (inclusief periode in Nederland), kom ik aan in Sydney. Australië was het doel van mijn reis. Ik kon linksom via Amerika, of rechtsom via Azië. En vanaf hier moet ik nu verder gaan kijken…
Liefste Moesje, dank voor de geweldige vakantie samen! Ik ben vereerd dat je met me mee wilde reizen en vond het leuk om jou te laten zien hoe het backpacken gaat. Ik hou super veel van je!
Kus en knuffel!
In English
Well, I have a lot of time to catch up on my blog. My last post ended with my arrival at Hanoi (Vietnam). Merte went back home and I arranged a bed in a dorm in the Hanoi Backpackers Hostel. All of a sudden I’m in a room with 11 other girls. It takes some time to adjust. The first few days I don’t do a whole lot here. I meet a lot of Dutch girls, who all leave again after a couple of days. Who would want to stay in Hanoi for 2 whole weeks? Madness. I go to the Temple of Literature and the Ho Chi Minh Mausoleum (the man has been dead for 35 years and you can go visit him…. Brrrrr), drink nice cups of coffee and have a couple of beers with springrolls while seeing The Turtle in the Hoan Kiem Lake. It’s said to bring good luck forever… Could it be true?
Because it does get a bit boring being alone, I book a tour to Sapa in the north of Vietnam. On my way to the train station I meet two Belgian girls from the tour group. But before we even embark the train, I am taken from the group and put on another train. What? Why? The next day I meet the girls again in the hotel and after we checked in we start a walking tour. It is pretty touristy (okay, that is an understatement…) and from there it gets worse. A dance performance, a waterfall and a lot of shops with “authentic things” in the “tribal villages”. The second day we do a trekking and because it is so misty I feel trapped in this tourist trap. The view should be beautiful, but unfortunately I haven’t seen it.
And then Mom finally arrives J One of the first days we go to a Water Puppet Show. Now I don’t want to complain, but like someone described it: “Let’s just say that entertainment has come a long way since!” They perform the show 5 times a day and although we see the first show of that day, the ‘artists’ look really bored. Happily it’s only a 45 minutes show.
Our first real trip takes us to Halong Bay. We book a tour where we will sleep on a boat for one night. Luckily the weather is a bit better than when I went to Sapa. It is beautiful here. The bay is filled with hundreds of small and some bigger islands. We visit a cave (“The Amazing Cave”… who ever came up with that name?!), take a look at the view from To Tip island and have some delicious meals prepared for us!
We go back to Hanoi and from there travel on to Hué by sleeper train. I’m a bit worried about how Mom will come along. This means I get to sleep very little in the train and Mom sleeps like a baby. Hué has an old citadel and Forbidden City. It’s nice to see, but it’s a giant set of buildings overgrown with grass.
With the tourist bus (read: very old, worn out, almost dying thing…) we continue to Hoi An. On the way we come across big field, which look like grass fields (I am still a Dutch girl after all). If you look closer you see that they are in fact rice paddies. Also the conical hats in the field, of which I think are people working the field are in fact Vietnamese scarecrows… I am definitely not wearing my glasses ;-)
Mom and I immediately like this charming town. We wonder the many streets which are decorated with lampions. The atmosphere is nice, the food is great and the wine tastes fine. I buy a tailor made suit: pants, skirt, blazer and two blouses for the total price of $ 140,- (US). Everything is made within 24 hours, fits perfect and is finally long enough. Too bad I can’t find a shop that makes tailor made motorbike suits!
We visit My Son, the little sister of what can be seen in Angkor Wat (Cambodia). Ruins of temples, but also holes in the ground where B52 bombs have been dropped… It is really busy here, but fun and impressive to see. We also rent bikes for a day and cycle through the rice paddies of Hoi An. The real Vietnam experience, at least I think it is.
From Danang, about 20 km from Hoi An where we visit Marble Mountain and the Cham museum, we take an airplane to Dalat. This is the Vietnamese city of love. It does feel a bit like Paris, but that is mostly because there is an electricity pylon that looks like the Eifel tower from a distance ;-) It’s great here and has mostly Vietnamese tourists. That means you have to be good at “hints”, because less people speak English here. It has it’s charm.
We don’t do a whole lot in Dalat. The town is situated in the mountains, so the weather is a bit more breezy (which we don’t mind after melting Hue and sticky hot Hoi An). We chill, visit the Datanla waterfall, look at the summer palace of Dao Bai en walk around the lake.
March 2nd I get an early wake-up call from my dear friend Marisca who tells me she has given birth to their son Yngve that night (so he was born March 1st… oh the time difference makes these things so complicated sometimes). Before I went on my journey Marisca and Joeri asked me to be their son’s godmother, an honor of course! Of course I would love to be that. So I celebrate that I have become a godmother on the other side of the world. Still it feels a bit strange not to be able to visit them.
We fly from Dalat to Saigon. It’s insane here. I thought Hanoi was a traffic challenge, but this is way worse! I didn’t count all the motorbikes here, but let me just say there are a lot. If you want to cross the street, even though you take the pedestrian crossing and the traffic light is green, this is how it goes: say a prayer, close your eyes, start walking (yes, even though traffic is approaching!), don’t look back and as soon as you feel you have reached the other side start breathing again ;-)
Back to the future in Bangkok (Thailand)
The next day we continue the trip and fly to Bangkok. Mom wants to go here once again to recollect memories now she is kinda ‘in the neighborhood’. We check-in in a super hotel in Bangkok, with swimming pool and amazing view from our room on the 10th floor J The next day we immediately go on a quest to find our former house. Last time I was looking for it on the wrong address. Now we find it straight away. It makes sense to have the right address! We rang the door bell, but the maid and the two kids that open don’t understand English, so we can’t tell them we have lived here before. We would have loved to have had a look inside. Anyway, we’ve seen and recognized it.
We stroll around Bangkok in search for more things of recognition: Wat Po, Lumpini Park and Silom Road. According to Mom things have changed a lot over the past 20 years. For me they are memories of about 2 months ago: Khao San Road, the skytrain and the express boat. I expect to see familiar faces, but everybody has gone on travelling or went back home.
After 3 days in Bangkok we head back to Saigon, where we spend our final 1,5 days together. We visit the War Remnant Museum. Impressive and emotional. I exit here with a sense of “How can we treat other humans like this?” And I am not only talking about the Vietnam – America war, but any war. Why? And then to think of dropping chemicals… If you want to read more, google “Agent Orange”.
We also visit one of the few churches here, the ‘Notre Dame’. A nice example of Vietnamese Christianity, if I may say so. Where in Europe would you find a statue of Virgin Mary with a blue neon light aureole behind it? ;-)
And then the time comes to say goodbye. Mom and I had 3 awesome weeks together with good conversations, great wine and sleeping in nice hotels. A luxury backpacker vacation! In the meantime I have discovered I am a bit sick and weary of the backpack travelling for now. I want to stay in one place for a while, without starting all over by learning a new city and culture every time. So I decide to skip Cambodia and fly to Australia from Saigon.
The last couple of days alone, I spend hanging around Saigon in the backpacking neighborhood. I visit the Cu Chi Tunnels (for which I am definitely too tall as a Dutch girl!) and the Cao Dai Temple, drink some beers with a couple of Canadian girls and a couple of Dutch girls.
And thus the moment is there! After exactly 200 days (coincidence) counted from the day I started this journey (including the time I was in the Netherlands) I arrive in Sydney. Australia has been the goal of my journey. I could have gone left via America but chose to go right via Asia.
And now I have to take it from here…
No comments:
Post a Comment