Link to photo album Tibet
English is below the Dutch version!
Hoe leg je uit hoe Tibet is aan iemand die er nog nooit is geweest? Echt een goede omschrijving zal ik niet kunnen geven. Ik hoop dat de foto’s jullie iets kunnen vertellen, samen met mijn verhaal hieronder. Het enige dat ik echt kan zeggen is: ga er zelf heen en ervaar het!
Dag 1: Op naar Tibet
We hebben een ontbijt met een geweldig uitzicht over de Langtang vallei en reizen dan verder richting de grens. Het voelt dit keer toch anders. De grensovergang tussen India en Nepal was bijna een lachertje. Ik heb zelfs iemand in Kathmandu ontmoet die ’s nachts de grens overging en niet is uitgestempeld (bestaat dit woord?) en ook geen visum voor Nepal in zijn paspoort heeft staan. Hier is alles officieel. Echt Chinees. Alle tassen en spullen worden met de hand doorzocht, maar wel met een Franse slag. Zo crimineel zien we er dus niet uit ;-)
We zetten onze reis voort in een andere bus, slaan de lunch over (grrr ik heb trek!) stoppen ergens om van een waterval foto’s te maken (die niet zo bijzonder is als je trek hebt!). Onderweg verandert de natuur wederom. Grappig hoe dat gebeurt vrij vlak na de grens. Net als je vanuit Nederland naar België rijdt. Zodra je de grens over bent, zijn er ineens bergen. Zo ook tussen India en Nepal (van woestijnachtig naar beboste bergen) en van Nepal naar Tibet (van beboste bergen naar rotsachtige bergen). ’s Avonds overnachten we in Nyalam op een hoogte van 3800m. Ik heb er een beetje hoofdpijn van.
Dag 2: Door naar Shigatse
Mijn god wat was het koud vannacht… Midden in de nacht word ik echter wakker en heb ik het snikheet. Is dit de hoogte waar ik last van heb? Wederom gaan we in de bus verder op reis. Onderweg stoppen we een aantal keer. Zo ook bij een pass, op een hooge van 5050m. Ik heb dan nog niet zo’n last van de hoogte, maar later begint er toch een hoofdpijn op te komen. Paracetamol en hopen dat het daarmee weggaat. Gisteren hebben we besloten om in één keer door te rijden naar Shigatse in plaats van te overnachten in Lhatse (als ik de naam goed heb onthouden). We zullen nu een hotel hebben en geen gedeelde slaapkamers meer. Klinkt goed, vooral de belofte van warm water.
Voor lunch stoppen we bij een geweldig restaurantje. Helemaal in stijl eet ik yak meat momo’s. Best lekker! Uiteindelijk komen we aan bij Shigatse, helemaal gaar van deze hele dag rijden. De hoogte doet wel iets geks met je… Ik hoef maar een paar stappen te lopen en ik hijg alsof ik een marathon heb gelopen.
Dag 3: Dagje in Shigatse
Na het ontbijt gaan we met de groep naar the Tashi Lhun Po Monastry (klooster) van Shigatse. Een indrukwekkend gebouw, dat tegen de heuvel op gebouwd is. Ook hier geldt, rustig aan lopen, anders ben je buiten adem. Ze hebben hier diverse tempels voor diverse Pancha lama’s. Het is in de culturele oorlog (jaren ’60) allemaal vernietigd, maar in de jaren ’80 weer gebouwd op dezelfde wijze. Na de zoveelste tempel begint het wel een beetje op elkaar te lijken… Maar delsalniettemin indrukwekkend mooi. Vooral de tempel met een gigantische Buddha binnenin. Foto’s maken kost geld, dus ik laat het voor wat het is. Zeker omdat je het er toch niet echt mooi op kunt krijgen.
We zijn vrij voor de middag, omdat we gisteren in een ruk zijn doorgereden. Heerlijk even niet in die bus zitten, maar gewoon door de stad slenteren, winkeltjes en markt kijken. Hier verkopen ze ook gedroogd vlees, met nog zichtbaar de poten en haren eraan. Smakelijk.
Tibet is wel indrukwekkend. Niet alleen fysiek, maar ook wijds (natuur) en nog heel authentiek (cultuur). Het heeft iets magisch over zich. Het is ook een mix van oud en nieuw. Aan de ene kant zie je de moderne auto’s, de strakke brede boulevard wegen en aan de andere kant rijdt daar nog paard en wagen overheen of lopen er mensen met een gewicht op hun rug/nek. De mensen zijn hier allervriendelijkst. Kinderen zwaaien naar je. Ik kan me niet voorstellen dat in Nederland kinderen het interessant zouden vinden om buitenlanders te zien.
Dag 4: Gyantse
Na het ontbijt en al onze spullen wederom in de bus gepakt te hebben gaan we weer op weg. Onze eerste stop is eentje die ik nogal schaamtevol vind. We stoppen bij een soort boerderij, waar een hoop Tibetanen op het land aan het werk zijn. We komen daar met de bus aan en mogen van hen foto’s nemen, terwijl zij aan het werk zijn. Ik ga op die manier dus geen foto’s nemen! De tweede stop is bij een molen/maalderij dat bila (een soort graan) vermaalt. Van dat meel worden tsumpa’s gemaakt (iets wat ik nog niet gegeten heb!).
Nog voor de middag komen we aan in Gyantse. Met de groep gaan we naar het Baiju Temple en de stupa hier. Er omheen loopt een stuk muur, waarvan ik zeker weet dat als je het op de juiste manier fotografeert het zou lijken op de Chinese muur. Waar zouden ze die inspiratie vandaan hebben? ;-) In de stupa kun je omhoog lopen en vanaf daar heb je een mooi uitzicht over de stad.
Dag 5: Lange busrit naar Lhasa
Vandaag is een dagje bushangen… We stoppen eerst bij een stuwmeer en het ziet er geweldig uit. De kleuren van het water tegen de achtergrond van de bruine bergen. Super! Daarna passeren we de hoogste pass (de Karolapass) van die dag op 5000 en een beetje meters. Er is daar zelfs een gletsjer. Na een lunch in een stadje komen we bij een meer, het Yamdrok meer. Ook hier komen dus blijkbaar mensen om te bidden, want het water wordt erg heilig aangeraakt door de locals.
Tegen het eind van de rit komen we ineens bij een snelweg. Dit staat zo in contrast met de rest van het land. De wegen zijn hier goed georganiseerd (veel beter dan Nepal en India), dat wel, maar dat zijn steeds gewone bergwegen. Geen tweelaans snelweg. Lhasa voelt ook vreemd aan. Alsof we ineens uit Tibet zijn, terwijl je wel nog hier dezelfde soort mensen tegenkomt.
We lopen wat rond met een groepje. Uiteindelijk, per toeval al bij Jokhang (tempel) terecht gekomen. Hier lopen veel militairen rond… Indrukwekkend en een beetje eng, hoewel het voornamelijk jonge jongens zijn. Toch, ze lopen met geweren rond. Ik voel me er niet zo door op mijn gemak. We hebben wat gegeten bij een restaurantje op de hoek. Hilarisch om met handen en voeten wat te bestellen. Gelukkig hadden ze een kaart met afbeeldingen, maar dan nog was het een gok wat je bestelde.
Dag 6: Paleizen en kloosters in Lhasa
Vanochtend staan we op tijd op. Drukke dag voor de boeg. We nemen de bus naar het Potala Palace. Paar trappen op, nog een paar en dan nog een stuk of wat. Dit is langs het paleis en we komen binnen alwaar we, jawel, nog meer trappen op moeten lopen. Dankzij de hoogte (3600m) heb ik het gevoel alsof ik werkelijk geen conditie heb (wat natuurlijk ook zo is, maar ik heb nu een goed excuus). Onze gids (Champa), die al met ons mee reist vanaf de Chineze grens, vertelt niet zoveel, dus lopen we zelf door de diverse kamers. Jammer, want daardoor weet je niet wat er precies allemaal aan de hand is met dit gebouw.
Na ruim een uur en veel zigzag door dit doolhof heen, zijn we ineens buiten. Daar lopen we weer naar beneden. Op naar het volgende in ons programma. We gaan naar het Drepung klooster. Uit de bus en jawel, we mogen weer wat trappen oplopen. Ook dit klooster heeft een hoeveelheid verdiepingen… Dat wordt spierpijn morgen. Bijzonder bij al deze gebouwen is de biddende mensen die je hier tegenkomt. Het lijkt steeds alsof ze haast hebben, dus soms word je letterlijk aan de kant geduwd. Overal wordt geld geofferd/gedoneerd meestal een klein bedrag per standbeeld of ander religieus ding, maar… als je alleen maar groot geld hebt, dan pak je gewoon je wisselgeld. Net zo makkelijk. Ook de indringende geur van de yakboterkaarsen begint nu te wennen. Mensen lopen hier met zakken boter, om bij reeds brandende kaarsen te scheppen (per Buddha een beetje, en wel eerlijk verdelen!). Nog efficiënter zijn de mensen die gesmolten boter in een thermoskan mee zeulen en overal wat bij gieten. Op straat is dus ook overal tonnen boter te koop.
Eind van de middag heb ik al een overload aan tempels, kloosters, yakboterkaarsen, duwende mensen en Buddha’s (sorry het is echt waar!), maar toch gaan we nog naar het Sera klooster. Hier worden kleine kinderen gebracht om te zorgen dat ze niet ziek worden. In plaats van een rode tikka op het voorhoofd zoals dat in Nepal en India wordt gedaan, krijgen de kiddo’s een zwarte veeg op hun neus. Heel snoezig om te zien. Bij dit klooster zijn ook een aantal zandmandala’s. Indrukwekkend! Hoe mooi om te zien en het lijkt bijna stof, totdat je dichterbij kijkt en de hoopjes zand ziet.
Omdat we toeristen zijn hoeven wij niet in de rij te staan, maar lopen parallel aan de mensenmassa. Dit voelt als voordringen, maar aan de andere kant hebben wij daar verder niets te zoeken. Na het zien van het zwarte neuzen ritueel en de mandala’s ben ik er echt klaar mee, zeker ook omdat we de lunch hebben overgeslagen en ik leef op een stuk toblerone en wat chocokoekjes. Ik loop in mijn eentje terug richting bus en vind een straatverkoopster die gefrituurde aardappel verkoopt. Het komt het beste in de buurt van chips op het moment, waar ik echt naar hunker dus ik eet licht spicy vette knapperige chips.
Het is ondertussen eind van de middag. We drinken op het terras van het hotel een biertje en eten een yak burger (best smakelijk!). Tegen het begin van de avond trekken we er met een groepje op uit richting het Potala Palace. Op het plein hiervoor wordt iedere avond een muziek-, water- en lichtshow gegeven met het paleis op de achtergrond. Best leuk om te zien, maar de muziek klonk wel erg Chinees. Enige woord dat ik soms er tussendoor versta is ‘Lhasa’, of verbeeld ik me dat? Ook hier is veel militair vertoon.
Na de show weer terug naar het schattige hotel met de tuin in het midden. Vlak voor het hotel staat een straatverkoopster die stokjes eten verkoopt, zoals saté maar dan met groente, worstjes of ‘momo’s on a stick’. Ze zijn 1 of 2 Yuan per stuk en we proberen er een stuk of wat. Ze worden in de frituur gegooid en daarna in een bak met chilli. Dit laatste slaan we over en kiezen (veilig) voor alleen zout en kruiden. Super lekker! Waarom hebben we dit niet in Nederland?!
Dag 7: Nog een dagje Lhasa
We beginnen vandaag bij de Jokhang tempel. Deze tempel staat midden in de stad en voor veel mensen is dit een echt bedevaartsoort. Je loopt in ieder geval een rondje op de tempel (rondje om de kerk, hahaha) in gebed. Afhankelijk van hoe vaak je er zult komen, loop je meer of minder rondjes om deze tempel. Sommige mensen bidden een tijd voor de tempel. Ze hebben dan vaak hun benen aan elkaar gebonden en doen het bidden op een kussen. Feitelijk houden ze hun handen in gebed boven het hoofd, dan voor het gezicht en uiteindelijk voor het hart. Hierna komen ze op handen en knieën, waarna ze languit op de grond gaan liggen en hun handen boven hun hoofd wederom in gebed vouwen. Dan staan ze op en begint het ritueel opnieuw. En dit dan weet ik hoeveel keer.
Er staat een mega rij voor de tempel, maar ook hier kunnen bij een ‘skip the line’ entry genieten omdat we alleen maar komen kijken (stomme toeristen). De rij voor de gelovigen is een soort productielijn als je bij de daadwerkelijke heilige plek komt. Diverse monniken staan klaar om de boter te gieten, de sjaal snel aan te nemen en degene even een heilig woord te geven. En dan worden ze weer snel verder geduwd (letterlijk). Hierna gaat iedereen zijns weegs door de tempel en het duwen is weer begonnen. Boven zitten een paar monniken op trommels ritmisch te trommelen en te chanten. Helemaal boven op het dak kun je over het plein voor de tempel kijken.
De rest van de dag kunnen we zelf invullen in Lhasa en dus besluiten we met een groepje naar de 1000 Buddha mountain te gaan. Bij dit bergje met buddha afbeeldingen lukt het me om de laatste twee opdrachten van de Pica Quest (zie volgende blog J) te regelen. Helemaal gaar terug in het hotel. De douche was heerlijk warm én het matras is zacht. Het is lang geleden (anderhalve maand) dat ik in zo’n zacht bed heb gelegen.
De volgende dag vliegen we terug naar Kathmandu. Onderweg hebben we mooi uitzicht op de bergen (ik zit aan de linkerkant van het vliegtuig). Op een gegeven moment roept de stewardess om dat de Mount Everst aan de rechterkant zichtbaar is. Dus hup, alle fotocamera’s naar rechts (het vliegtuig helt bijna om..). Ik weet bijna zeker dat ze het verkeerd heeft want wat ik zie is al gigantisch, dus blijf zitten en maak nog wat foto’s aan de linkerkant. Uiteindelijk kijk ik toch maar even aan de rechterkant als er eindelijk een plekje vrij is. Mmmm, ziet er toch wel indrukwekkend uit. Misschien had de dame toch gelijk ;-)
En nu ben ik weer in Nepal. Op naar mijn volgende avontuur….
In English
How do you explain what Tibet is like to someone who has never been there? I won’t be able to give a good description. I hope the photos will be able to tell you something, together with my story here. The only thing I can say is: go there and find out yourself!
Day 1: Off to Tibet
We have breakfast with a great view of the Langtang valley and then take off to the border. This feels different this time. The border between India and Nepal is a joke. I’ve even met someone in Kathmandu who crossed the border there at night and didn’t get stamped out and so has no visa for Nepal in his passport. Here everything is official. Very Chinese. All the bags are checked by hand, but a little too easy. Maybe we don’t look that criminal ;-)
We continue our trip in another bus, skip lunch (sh… I’m hungry), stop somewhere to see a waterfall (and that’s not very interesting when you wish for food). While driving through the nature changes. Funny to see how this always happens after crossing a border. Like when you enter Belgium from The Netherlands. As soon as you cross the border, you’re in the mountains. That is also the case from India to Nepal (from desert land to mountains with forests) and from Nepal to Tibet (from forest mountains to rocky mountains). That night we sleep in a place called Nyalam at an altitude of 3800 meters. I’ve got a little headache.
Day 2: To Shigatse
My god, it was cold last night… But in the middle of the night I wake up sweating of the heat. Is this the altitude? Once again we get in the bus and continue our journey. We stop a couple of times, of which one time at a pass at 5050 meters. I then don’t really have any trouble of the altitude, but later I start to develop a headache. Some paracetamol for that and wishing it will go away. Yesterday we’ve decided to drive to Shigatse instead of sleeping in Lhatse (I hope I remembered the name correctly). We shall have a hotel and no more dormitories. Sound nice, especially the thought of warm water.
For lunch we stop at a great little restaurant. In this Tibetan style place I eat yak meat momos. Quite tasty! Totally drained of a day in the bus we finally arrive in Shigatse. The altitude does something strange to you. I only have to walk a few steps and I’m out of breathe as if I’ve run the marathon.
Day 3: A day in Shigatse
After breakfast we take off to see Shigatse’s Tashi Lhun Po Monastry. An impressive building that has been built against a mountain. So we need to take it slow, otherwise you’re out of breath. They have different temples for different Pancha Lama’s. In the cultural war (in the 60’s) it was totally destroyed, but rebuilt in the same style in the 80’s. After a couple of temples they start to look alike… But nevertheless they are very beautiful. Especially the temple with the huge Buddha in it. Taking pictures cost money, so I don’t. I won’t be able to get it photographed nicely anyway.
Because we’ve driven a lot more yesterday, we are free for the afternoon. Nice to not sit in that bus for a change. We wonder around town and look at the shops and market. They sell dried meat here, with the feet and it’s hairs still attached. Have a nice meal.
Tibet is impressive. Not only physically, but also nature wise and still very authentic (culture wise). It has something magical. It is also a mixture of old and new. On the one hand you can see the modern cars riding on these wide boulevard roads, on the other hand you can see a horse and carriage on that same road of people carrying loads of weight on their back/neck. The people here are very kind. Kids wave to you. I can’t imagine that a Dutch kid would be excited to see a foreigner.
Day 4: Gyantse
After breakfast we once again pack our stuff in the bus and hit the road. Our first stop is kinda shameful. We stop at a farm where a group of Tibetans is working. We arrive with the bus and can make photos of them while they are working. I’m not going to make photos like that! The next stop is at a place where they grind bila (some kind of wheat). Of the flower they make tsumpas (something I haven’t eaten yet).
Before midday we arrive at Gyantse. We visit the Baiju Temple and the stupa here. There is a piece of wall around it of which I’m sure that, photographed at the right angle, it would look just like the Chinese Wall. I wonder what inspired them? ;-) In the stupa you can walk up from where you have a beautiful view over the city.
Day 5: The long bus ride to Lhasa
Today is a “bus-day”. Our first stop is at a water dam and it looks really nice. Especially the colours of the water with the brown of the mountains. Super! After this we pass the highest pass (The Karolapass) of that day at 5000 and something meters. There is even a glacier there. After lunch in a little town we come across the Yamdrok lake. Even this place seems to be a place for prayer, because the water is touched kind of holy like by the locals.
Almost at the end of our journey for that day we turn to a highway. This is so contra dictionary to the rest of the country. I’ll be honest, the roads are very good here (better than Nepal and India) but those are still just mountain roads. No two-way highway. Lhasa is a bit weird as well. It’s like we’ve just left Tibet, while we still meet the same type of people.
With a small group we wonder around in Lhasa and by coincidence we come across the Jokhang (temple). Here are a lot of military people. It’s impressive and a bit scary, although it is mostly young boys. Even so, they still walk around with guns. I don’t feel at ease with it. We had bit to eat at a local restaurant. Hilarious to order food with gestures and pointing. Thankfully the menu was with pictures, but it kept being a guess what you’d exactly ordered.
Day 6: Palaces and monasteries in Lhasa
We get up early today, because there’s a busy schedule for today. We take the bus to Potala Palace. We climb a couple of stairs, then some more and a few more. This is at the sideway of the palace and finally we go inside were we, yes indeed, have to walk more steps. Thanks to the altitude (3600 meters) it feels like I have no stamina at all (which of course is absolutely true, but now I have a good excuse).
Our guide (Champa), who has been with us since the Chinese border, doesn’t tell us a lot, so we wonder through the different rooms by ourselves. A pity, because we now don’t know what’s been going on in and with this building.
After an hour of going crisscross through the building, we suddenly end up outside of the Palace. We walk back down again and head off to our next program subject. We go to the Drepung monastery, step out of the bus and (you guessed it) walk up some more steps. This monastery has a couple of levels as well… We will feel our muscles tomorrow. The thing that keeps surprising me at all these buildings is the group of praying people you meet everywhere. It always seems like they are in a hurry, so sometimes you are pushed aside. Everywhere they give money, normally a small amount per statue or other religious thing, but if you only have the big bucks, feel free to take change. Just as easy. The scent of yakbuttercandles is beginning the get normal for me. People walk around with bags of butter, so they can sacrifice some at every burning candle (a little bit per Buddha, and give evenly!). More efficient are the people who bring melted butter in a thermos can, so you can just pore some. At the streets and in shop you can buy loads of butter.
At the end of the afternoon I’ve reached an overload of temples, monasteries, yakbuttercandles, pushing and shoving people and Buddhas (sorry it’s true!), but our program of today hasn’t finished yet. We go to see the Sera monastery. Here they bring little children to make sure they don’t get sick. Instead of the red tika on the forehead like they do when you visit a temple in Nepal or India, here the kids get a black stripe in their nose. It looks very cute. At this monastery are also some sand mandalas. They are amazing! How beautiful to see and they almost look like a fabric, until you look closer and see the piles of sand.
Because we are tourist we don’t have to stand in line but pass the group of religious people. It feels like we are unrightfully skipping the line, but on the other hand: we have no further (religious) business there anyway. After seeing the black nose ritual and the mandalas I’ve had it for today, especially since we skipped lunch and I am trying to stay standing on a piece of toblerone and some chocolate cookies. I walk back towards the bus and find a street fender who sells fried potatoes. It come close to potato chips, which I’m craving for at that moment so I eat a little bit spicy, greasy, crispy chips.
It’s the end of the day and we drink a beer and have a yak burger (which is actually quite tasty). When it becomes dark we head off to the Potala Palace once again. On the square before it there is a music-, water- and lightshow every evening. It look alright, but the music sounds really Chinese. The only word I think to understand a couple of times is ‘Lhasa’, or is that just my imagination? Once again there are a lot of military people walking around here.
After the show we go back to the cute hotel we are staying at. Right before our hotel is a street fender who sells skewers with all kinds of vegetables, sausages or ‘momos on a stick’. They are 1 or 2 Yuan per skewer, so we order a whole bunch of them. Normally they get fried and then dunked in chili sauce. We skip the last part and choose for the (safer) normal seasoning. Very delicious! Why don’t we have that in The Netherlands?
Day 7: Another day in Lhasa
We begin our day at Jokhang Temple. This temple is in the middle of the city and is a sacred place for a lot of people. You at least walk around the temple once in prayer, when you come here. Depending on how often you will be coming back, you walk another couple of rounds. Some people pray for the temple for a while. When they do this they often have their legs tied together and pray with a pillow in front of them. The praying routine is: first hold your hands in prayer above your head, than in front of your face and last in front of your heart. After they have done that they get done on hands and knees and slide till they are flat on the ground, where they once again hold their hands in prayer above their heads. Then they get up and start all over again. This continues for I don’t know how many times.
There is a huge cue to get into the temple, but once again we can ‘skip the line’ because we are only tourists who want to look. The line for the religious people is like a mass production line, once you reach the sacred place. Several monks are there to poor your butter, take your scarf and give a sacred word to the person. And then they are pushed away so they make room for the next person in line. After that everybody goes to different places in the temple and the pushing and shoving has once again begun. Upstairs are a couple of monks who are drumming and chanting and from the roof you get a nice view over the square in front of the temple.
The rest of the day we are free to do what we want in Lhasa and with a couple of people we go to the 1000 Buddha Mountain. At this little hill with a lot of Buddhas I manage to get my last two photos of the Pica Quest (see my next blog J). Totally drained from energy I arrive back at the hotel. The shower is heavenly warm and the bed is luxuriously soft. It has been ages (one and a half months) since I slept in a nice soft bed like that.
The next day we fly back to Kathmandu. During the flight we have a really nice view of mountains (I’m seated on the left side of the plane). At one point the stewardess tells us through the intercom that the Mount Everest is visible on the right-hand side of the airplane. And so, every camera moves to the right (nearly tipping over the plane). I’m almost sure she has said the wrong side, because the view I have is amazing, so I stay seated and make some more pictures of that view. Eventually I do look from one of the right-hand side windows. Well, that looks really impressive. Maybe the lady was right ;-)
And now I am back in Nepal. Off to my next adventure….