Wednesday, September 19, 2012

ITHAKA (my last post)

Bijna iedereen weet het al, maar toch voelt het niet helemaal echt zonder dat ik het vermeld heb op mijn blog….. Ik ben terug in Nederland.

Na mijn super ervaring op de boerderij in Ravenshoe samen met Flora en Saori, zat ik weer in Cairns. Weer alleen. Ik was alweer ruim 10 maanden aan het reizen en langzaam maar zeker begon ik het zat te worden. De gesprekken die je met andere reizigers hebt die je onderweg ontmoet zijn steeds hetzelfde en ik miste duidelijk een stukje diepgang daarin. Daarnaast was Australië mijn einddoel en nu ik dat bereikt had, begon ik me af te vragen wat ik hier verder zocht.
Maar ja, ik had een visum voor een jaar hier geregeld en Mama en Bart (mijn stiefvader) zouden mij, samen met Maartje komen opzoeken in december. Het voelde alsof ik mijn tijd in Australië moest gaan uitzitten. Ik ben begonnen met het zoeken naar een tijdelijke baan, maar ook in Australië wordt dat moeilijker. Daarnaast zat ik in Cairns, waar het niet zo heel interessant is verder. Na twee weken in Cairns rondgehangen te hebben, werd ik maar van één gedachte echt blij: naar huis gaan.

Grappig genoeg wist ik voordat ik op reis ging niet eens zeker of ik Nederland nog wel als thuis zou zien. Ik had van zoveel dingen afstand gedaan, ik had zoveel schepen verbrand en lijntjes doorgeknipt. Tijdens het reizen kwam ik erachter dat hoe meer ik over het land vertelde, hoe meer het in mijn hart zit. Want waar ter wereld is er een land waarvan de helft onder waterniveau ligt? Ja, we hebben nog molens in ons landschap staan en er zijn serieus mensen die nog steeds op klompen rondlopen.

Ik besloot een ticket naar Nederland te boeken en binnen een week was ik weer op Hollandse bodem. Met uitzondering van mijn moeder, stiefvader en zusje, wist niemand dat ik terug naar huis zou gaan. Dit gaf mij niet alleen de tijd om rustig te acclimatiseren, maar ook om diverse mensen te kunnen verrassen door ineens voor hun deur (of op hun vakantieadres) te staan. Een super leuke ervaring an zich.

En zo kwam er plotseling een einde aan mijn reis. Het voelt goed zo. Antwoorden op de standaardvragen: Nee, ik ben niet de liefde van mijn leven tegengekomen. Ik kan niet één land aanwijzen als het mooiste land dat ik heb bezocht. Er zijn teveel bijzondere dingen gebeurd om er één uit te lichten. Ja ik ben veranderd, maar ook gewoon nog heel erg mezelf gebleven. India is inderdaad vies, maar ook beeldschoon.

En nu verder? Ik heb nog geen idee. Ik woon op het moment bij mijn moeder en stiefvader in Soest en heb een tijdelijke baan. Van hieruit ga ik bekijken wat ik wil en wat er op mijn pad komt. Wie weet??? Ik heb mijn Ithaka bereikt en ga nu op zoek naar een nieuwe bestemming.

 

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.

 Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.

 Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
't Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer. 

En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka's beduiden.
 
 
In English
 
Almost everybody knows it, but it still feels incomplete not to write it on my blog. I am back in The Netherlands.

After having a great experience at the farm in Ravenshoe together with Flora and Saori, I was back in Cairns. Alone again. I had been travelling for over 10 months now and slowly it began to wear me out. The conversations you have with other travellers you meet are the same and I started to miss profundity. Besides that, Australia had been my goal and now that I had reached it I started to wonder what I was doing here.
But, I had arranged a visa for a year here and in December my mom, stepdad and sister would come over to visit me. It felt as if I had to wait until then. I looked for a temporary job, which has become more difficult in Australia too. Besides that I was in Cairns, which isn’t all that interesting. After two weeks of hanging around there, only one thought really made me happy: to go home.

It’s funny that at the beginning of my journey I didn’t know for sure if I would still see The Netherlands as my home. I had said goodbye to so many things, my whole way of life. During my trip I discovered how much I like the country I come from. Because, let’s be real: in which country is half of it below sea level? Yes, we have windmills and there are still people who walk around on wooden shoes.

I decided to buy a ticket to The Netherlands and within a week I was back on Dutch ground. With the exception of my mother, step dad and sister, no one knew that I was going home. This not only gave me time to adjust to the home life, but also to be able to surprise a few people by standing at their doorstep or during their vacation. Another really nice experience.

And thus, at once my trip had ended. It felt like the right thing. Some of the answers to the most common questions: No, I didn’t find the love of my life. I can’t tell you which country I visited I like best. Too many special things have happened to name one as the most special. India is indeed very dirty, but amazingly beautiful as well.

And now? I have no idea. I’m living at my mom and step dad’s place at the moment and have a temporary job. From here I will see what comes my way and what I want. Who knows??? I’ve reached my Ithaka and now I will start looking for a new destination.

When you set out for Ithaka
ask that your way be long,
full of adventure, full of instruction.
The Laistrygonians and the Cyclops,
angry Poseidon - do not fear them:
such as these you will never find
as long as your thought is lofty, as long as a rare
emotion touch your spirit and your body.
The Laistrygonians and the Cyclops,
angry Poseidon - you will not meet them
unless you carry them in your soul,
unless your soul raise them up before you. 

Ask that your way be long.
At many a Summer dawn to enter
with what gratitude, what joy -
ports seen for the first time;
to stop at Phoenician trading centres,
and to buy good merchandise,
mother of pearl and coral, amber and ebony,
and sensuous perfumes of every kind,
sensuous perfumes as lavishly as you can;
to visit many Egyptian cities,
to gather stores of knowledge from the learned. 

Have Ithaka always in your mind.
Your arrival there is what you are destined for.
But don't in the least hurry the journey.
Better it last for years,
so that when you reach the island you are old,
rich with all you have gained on the way,
not expecting Ithaka to give you wealth.
Ithaka gave you a splendid journey.
Without her you would not have set out.
She hasn't anything else to give you. 

And if you find her poor, Ithaka hasn't deceived you.
So wise you have become, of such experience,
that already you'll have understood what these Ithakas mean.

Wednesday, July 18, 2012

I fell, I flew, I'm free!!!!

Een dag uit mijn reisverslag: Sydney, Woensdag 11 juli 2012

Vanochtend moet ik op tijd opstaan, maar gelukkig ben ik nog eerder al uit mezelf wakker. Volgens mij ben ik een beetje zenuwachtig…  ;-) Ik neem bij een koffiebarretje om de hoek een koffie met bananabread (een van de beste Australische lekkernijen) en ga dan richting de ophaalplek. Er staat nog iemand te wachten (Katherine) die, blijkt later, in hetzelfde hostel zit als ik en ook gaat springen. Als we aankomen bij ‘basecamp’ vertelt Jenny, een van de organisatoren, dat we in de 3e shift zitten en nog wel een uurtje of 3 zullen moeten wachten totdat wij aan de beurt zijn. Shit! Dus gaan we in het busje van de eerste shift mee en worden afgezet bij het winkelcentrum van Penrith. Hier hangen we letterlijk en figuurlijk bijna 3 uur lang rond. Wat een gedoe. Ik hoop dat het dit uiteindelijk allemaal waard is! Ik had de sprong eigenlijk al in Cairns geregeld, maar die is toen gecanceld omdat het weer te slecht was. Hier in Sydney is het weer sinds dagen eindelijk weer eens goed, maar zekerheid hebben we pas als we er echt uitspringen. Fingers crossed!

Eindelijk worden we opgehaald en dan rijden we ook meteen door naar het vliegveldje waar onze Cessna (zo’n klein rammelig vliegtuigje) klaarstaat. Tijdens de rit naar het vliegveld toe trekken we beiden nog een extra broek en fleecetrui aan. Tja, in Sydney  is het tenslotte winter en dus ‘koud’. Bij het vliegveld staat onze pilote op ons te wachten. Een jongedame van ik schat 25 of 26 jaar oud. Okee. Meisje, kunnen wij heel even van leven wisselen?! And then we take off.... Aan de ene kant zien we heel in de verte de stad (maar ik zou het niet herkend hebben) en aan de andere kant hebben we een prachtig uitzicht op de Blue Mountains. Alleen al daarvoor is het het waard.

Ik raak met mijn instructeur Philippe (heet dat een instructeur?) in gesprek, blijkt dat hij jaren in Nederland heeft gewoond en dus praten we ook in het Nederlands. Grappig hoe je weer zomaar iemand Nederlands tegenkomt. Als we op de goede hoogte van 14.000 feet zijn en ik volledig ben vast gegespt aan Philippe is het tijd om te gaan. Eerst verdwijnen Katherine en haar instructeur in de diepte en dan zijn wij aan de beurt. Schuifel schuifel naar de rand (dat is toch wel onhandig als je aan iemand vastzit), benen naar buiten en om de buik van het vliegtuig heen vouwen, hoofd naar achteren en armen voor me gekruist. Philippe vraagt of ik er klaar voor ben en het eerste wat ik roep is NEEE, maar een seconde later vallen we al naar beneden. Bizar. Eerst geef ik nog een schreeuw, maar ik hoor mezelf niet eens dus bedenk ik me dat ik daar net zo goed mee op kan houden. Het zijn van die dingen die door je hoofd gaan tijdens een vrije val. Hahaha. Het ademhalen tijdens zo’n vrije val is ook nog wel iets aparts. Bedenk het je maar alsof je 200 km/h rijdt en dan je hoofd uit het raam van de auto steekt. Maar dan in ijlere lucht.

De vrije val zou ongeveer een minuut duren, maar voor mijn gevoel is het veel korter en dan hangen we ineens al in de parachute. WOW!!!!! Philippe vraagt of ik ook nog wat bochten wil maken. Ja natuurlijk! Eigenlijk vind ik dat gevoel bijna net zo fijn als de vrije val. We zwieren een paar keer rond en dan zijn we alweer beneden. Ik denk vanaf het moment van opstijgen tot de charmante kont-schuif-landing die we hebben gemaakt heeft het ongeveer 20 minuten geduurd. 15 daarvan waren in het vliegtuig.

Wat een rush-kick!!!! Terug op de grond ben ik een beetje sprakeloos. Het is alweer voorbij! Ik wil nog een keer!!! Na ons is er nog een shift en daarna pas gaan we terug naar de stad. Dus is het weer wachten. Wat wel leuk is, is dat we die anderen uit het vliegtuig zien springen. Weet ik ook hoe het er vanaf beneden uitziet. Blijkbaar remt het vliegtuigje namelijk af als er gesprongen gaat worden. Daar merk je niets van als je erin zit (het maakt zo’n kabaal en je bent een beetje met andere dingen bezig zeg maar), maar op de grond hoor je dat heel duidelijk. En dan zie je ineens twee stipjes in de lucht verschijnen. En al snel daarna veranderen die in twee duidelijk te herkennen parachutes.

’s Avonds charter ik een van de jongens in mijn dorm (slaapzaal) die een laptop met dvd-drive heeft om de film terug te kijken. Elke keer als ik het nu terugzie krijg ik weer een shot adrenaline. Een van mijn lang gewenste dromen is in vervulling gegaan en ik heb er weer een super gave ervaring bij!!!!

Hierbij de link naar mijn film: JUMP (klik hier)

In English

A day in my travel journal: Sydney, Wednesday July 11th 2012

I have to get up early this morning, but luckily I wake up even earlier without an alarm. I guess I’m a little nervous… ;-)  At a coffeeshop around the corner I have a coffee and bananabread (one of Australia’s best delights) and then go to the pickup place. There I meet another girl who is also going to do a jump (Katherine), but who is also staying at the same hostel as I am. When we arrive at ‘base camp’ Jenny, one of the organizers, tells us that we are in the third shift and that we will have to wait for an hour or three till it’s our turn. Shit! So we tag along in the van of the first shift that drops us at the shopping mall of Penrith. Here we literally hang around those three hours. Boring. I do hope it is worth it though! I had planned to jump in Cairns, but that was canceled because of the weather. Here in Sydney the weather is finally a bit better, but they won’t guarantee that we’ll jump until we are hanging out of the plane. Fingers crossed!

Finally we are picked up and from there we immediately go to the little airport where our Cessna (one of those tiny rattletraps of an airplane) is waiting. During the ride to the airport we both put on an extra layer of pants and a fleece sweater. Well, it is winter in Sydney, so it’s ‘cold’. We arrive at the airport where your female pilot is waiting for us. A young woman of I guess 25 or 26 years old. Alright. Girl, can we swap lives for a little while?! And then we take off…. On one side we see the city (but I wouldn’t have recognized it) and on the other side we have a beautiful view of the Blue Mountains. Just for this it would be worth it.

I chat a bit with my instructor Philippe (is it called an instructor?) who tells me he has lived in The Netherlands for quite a while and so we talk in Dutch too. Funny how you sometimes meet someone again that is Dutch or can speak it. When we reach the right altitude of 14,000 feet and I am buckled to Philippe, it is time to go. First Katherine and her instructor disappear in the depth and then it is our turn. Together we slide to the ledge (which is most clumsy when you are attached to someone else), legs outside and folded around the belly of the plane, head back and my arms crossed in front of me. Philippe asks me if I’m ready and the first thing I yell is NOOO, but a second later we are falling down. How bizarre. At first I yell, but since I can’t even hear myself I think that I might as well just stop screaming. The things you think of when in freefall. Hahaha. Breathing is a whole different thing during freefall. Think of it as driving 200 km/h and then sticking your head out of the window of the car. But then in thin air.

The freefall is supposed to take a minute or so, but it feels much quicker when the canopy opens. WOW!!! Philippe asks me if I want to make some turns. Of course! I actually like that feeling almost as much as the freefall. We twirl around a couple of times and then we are back on the ground. I think from the moment we took off until the ever so charming butt-landing it took about 20 minutes in total. 15 Minutes of those were in the plane.
What a rush kick!!! Back on earth I’m a little speechless. It’s over! I want to do it again!!! After our shift there is one more shift to go before we head back into town. So once again we have to wait some more. But, in the meantime we do get to see the other people skydive out of the plane. Now I know how it looks like from the ground. Apparently the plane slows down so that the divers can jump out. When you’re up there you don’t notice it (it makes a lot of noise anyway and you’re kinda busy with other things), but when on the ground you can clearly hear it. And then you see two little dots appearing in the sky. Quite soon after that you see them change into clearly recognizable canopies.

That evening I find a boy in my dorm with a laptop with dvd-drive to watch the movie of me. Now every time I see it I get an adrenaline shot. One of my wishes has finally come true and once again I had a new awesome experience!!!

Here is the link to the movie: JUMP (clickhere)

Sunday, July 1, 2012

Ozzie, Ozzie, Ozzie....

Goed, ik moet nu heel veel bijschrijven op mijn blog. Excuses dat het zo lang heeft geduurd!!! In mijn vorige post was ik gebleven bij mijn aankomst in Australië en ik ben hier nu alweer ruim drie maanden. De tijd gaat snel!

Sydney en omgeving

Wat is er allemaal gebeurd? Ik ben half maart gearriveerd in Sydney en heb de eerste twee weken onderdak gehad bij Amanda, de dame die ik tijdens mijn reis door Tibet had ontmoet en met wie ik samen door Rajahstan in India heb gereisd. Toch was het arriveren hier best een schock na zo’n tijd Azië gewend te zijn. Alles is zo Westers, zo georganiseerd, zo vol met regeltjes... Deze eerste periode doe ik niet zo veel. Linda, een vriendin van mijn zusje neemt me mee op de toeristische tour door de stad en ook spreek ik een aantal keer af met Jeske, een oud collega. Maar ja, al snel heb ik in de gaten dat het hier in Australië ook een stuk duurder is dan in Azië (lees: schreeuwend duur!!!!).

Na het doen van een barista-cursus van een dag (er heerst hier een veel grotere koffiecultuur dan in Nederland) verhuis ik naar Coogee, een van de suburbs van Sydney. Hier verblijf ik twee weken om te housesitten. Twee minuten lopen van het strand, mijn eigen bed/badkamer/keuken/huis, zelf mijn was doen en koken. Van die basis dingen waar je na een tijd lang backpacken heel blij van wordt ;-) Ook deze twee weken doe ik veel niets. Ik was duidelijk even toe aan geen nieuwe mensen leren kennen, niet elke keer die standaard vragen te stellen en te beantwoorden (“Waar kom je vandaan? Waar ben je geweest? Hoe lang blijf je hier?” Enz. enz.). Op een gegeven moment sla je dat gewoon niet meer op en kan het je ook niets meer schelen. Heerlijk even op mezelf zijn, ik had het duidelijk nodig. En zo is mijn eerste maand Australië al snel voorbij.

Eerste keer wwoofen in Sandy Hollow

Wie is er net als ik verslaafd geweest aan Farmville op Facebook? Iedere dag digitaal de koeien melken, de beesten voeren, groente en fruit groeien, eieren rapen enz. enz. Wwoofen is net zo, maar dan in het echt. Even een korte uitleg: WWOOF staat voor Willing Workers On Organic Farms. Het concept bestaat eruit dat de wwoofer (de arbeider, ik dus) ongeveer 4 tot 6 uur per dag werkt op een biologische boerderij (de wwoof-host) tegen eten en onderdak (de twee duurste dingen hier in Australië). Wil je meer weten: www.wwoof.org of www.wwoof.com.au

Direct na mijn tijd in Coogee ga ik mijn eerste wwoof-ervaring tegemoet bij John en Jacinta. Het stel woont in Sandy Hollow (the middle of nowhere voor mijn gevoel) en heeft daar een boerderij waar ze wat paarden fokken. Daarnaast hebben ze koeien, kalveren, kippen, twee honden en een kleine moestuin. De eerste paar dagen is er nog een jongen die daar aan het wwoofen is, Daniel uit Engeland. Jacinta en John werken allebei in een gevangenis (zij als docent en hij als bewaker), dus Dan laat me zien wat er elke dag zo’n beetje moet gebeuren: beesten te eten en water geven, eieren rapen, onkruid wieden. Hun land is groot genoeg om behoorlijk wat kilometers per dag te moeten lopen, dus hebben ze een quad om het leven wat makkelijker te maken. Dat vind ik natuurlijk geen probleem en cross met veel plezier op die vierwieler rond  :-)

Na een paar dagen gaat Daniel terug naar Sydney en komt Rose, een Australische voor hem in de plaats. Rose werkt op een schip dat af en aan naar Antartica vaart en is dus wel gewend om de handen uit de mouwen te steken. Samen met haar breng ik de rest van mijn periode door in Sandy Hollow. We verzorgen de paarden en rijden er regelmatig op en ondertussen doen we allerlei klussen in en rondom het huis. Ook doet Rose mee aan een rit voor het goede doel, namelijk het financieren van de plaatselijke helicopter (die je in geval van nood zo snel mogelijk naar het ziekenhuis brengt). ’s Avonds is er een veiling voor hetzelfde doel. Ik begin nu het gevoel van het echte Australische cowboy-leven te krijgen. Leuk!

Vlak voor mijn verjaardag ga ik terug naar Sydney en ik vier samen met Eltica Koninginnenach op z’n oer-Hollands: al polonaise dansend op Guus Meeuwis, hossend op de Venga Boys en Heineken drinkend tussen allemaal mensen in rood, wit, blauw en natuurlijk oranje. Briljant. Voel je je toch even thuis aan de andere kant van de wereld.

Brisbane

Hierna besluit ik dat ik voorlopig genoeg heb van Sydney en pak ik het vliegtuig naar Brisbane. Nog geen idee wat ik hier in godsnaam zal gaan doen, maar ja het werd ook wat kouder in Sydney en hier is de temperatuur een stukje lekkerder (15oC ten opzichte van 25oC). Grappig genoeg is vliegen hier veel goedkoper dan bijvoorbeeld de bus pakken. Ik betaal voor een vliegticket enkele reis ongeveer $150, terwijl een busticket al snel $350 is.... En dan hebben we het nog niet over het verschil in reistijd gehad (vliegtuig: 1,5 uur en bus: 17 uur).

Brisbane, ik ben er nog steeds niet over uit wat ik precies van de stad vind, maar wat ik er heb meegemaakt was in ieder geval super. Ik check in bij een hostel dat een heel relaxte sfeer heeft. Al snel leer ik weer mensen kennen en blijf ik uiteindelijk veel langer hangen dan gepland. Ik ga een dagje naar de Lone Pine Koala Sanctuary met Martina om koala’s te knuffelen en kangaroe’s te aaien. Ik wandel veel door de stad en bezoek marktjes. Een van mijn eerste avonden zit ik samen met wat meiden bovenop een heuvel dat een geweldig uitzicht over Brisbane by night geeft. Aangekomen bij het uitzichtpunt treffen we daar twee mannen, Michael en Lee. Ze zitten in een band die ‘Breaking Hart Benton’ heet en vragen ons of we het vervelend vinden als ze wat gitaar en ukelele spelen om te oefenen. Nee, natuurlijk niet! Cider drinken, uitzicht op Brisbane en ondertussen live muziek horen. Helemaal heerlijk! Als je wat van hun liedjes wilt horen of meer over de band wilt weten: www.breakinghartbenton.com

In het hostel ontmoet ik onder andere ook Kathrine, een meid uit Engeland waarmee ik een paar dagen naar Byron Bay ga. Dit is een geweldig strand plaatsje ten zuidoosten van Brisbane (ongeveer 160 kilometer), waar we een super mooie wandeling naar de vuurtoren maken. Wat een uitzicht (onder andere het meest oostelijke puntje van Australië), wat een natuur!

In Brisbane is mijn trouwe laptopje stuk gegaan. Ik koop een nieuwe, die er in Byron Bay (nog geen week later) ook mee kapt. Op zulk soort momenten baal ik echt van al die electronica die ik met mij meesleep. En dan valt mijn hoeveelheid ten opzichte van anderen nog behoorlijk mee ;-)

Dus vanuit Byron Bay weer terug naar Brisbane om de boel te regelen (tweede nieuwe laptop in een week tijd...) en dan stap ik weer het vliegtuig in, dit keer op naar Cairns waar Flora op me zit te wachten. Flora komt uit Nederland en heb ik ook ontmoet in het hostel in Brisbane.

Tweede keer wwoofen in Ravenshoe

Flora en ik zijn pas één dag in Cairns als we een aanbod krijgen om te komen wwoofen bij David in Ravenshoe. Ik heb mijn tas nog niet uitgepakt, dus we pakken de bus en zitten zo een dag later al bij Dave aan tafel. Dave is een boer die duidelijk bezig is met het biologische van zijn boerderij. Hij heeft een grote moestuin met verschillende groenten, diverse citrusvrucht bomen, één melkkoe en een vee van een stuk of 70 koeien voor consumptie. Bijna alles wat we eten heeft op zijn land geleefd of gegroeid. Verse melk, zelf gemaakte yoghurt, zelf gemaakte ricottakaas, koe, varken, kip, eend, zelfgemaakte ham en spek, sla, radijs, choko, worteltjes, mandarijnen en sinaasappels. Alles vers en onbespoten. Heerlijk!

Na een week komt er nog een wwoofer bij David, genaamd Saori, een meid uit Japan. Met z’n drieën leren we de koe te melken met machine. We voeren alle gevogelte, we helpen mee met de groenten te verbouwen en te plukken en we verkopen ook diverse groente en fruit in zijn stalletje langs de weg. Daarnaast maken we met z’n vieren twee keer een lading van 900 liter (!!!) bemesting. Laten we zeggen dat er veel shit in gaat ;-)

Dave is bezig met het aanleggen van leidingwerk om water uit de rivier naar zijn huis te pompen. Ook op die manier probeert hij zelfvoorzienend te worden. Hier op de boerderij leer ik een klein beetje tractor te rijden. Dat is toch wel wat anders dan auto, motor of quad!!!

Naast het werk neemt David ons regelmatig mee op tochtjes door de omgeving in The Atherton Tablelands. Zo bezoeken we zijn moeder in Silkwood waar hij is opgegroeid. Ook gaan we naar Etty’s Bay om de verjaardag van Saori te vieren. Onderweg hier naartoe en daar op het strand zelf zien we Cassowary’s in het wild. De beste omschrijving: een grote blauwe struisvogel.

Voor ik het in de gaten heb, zijn er alweer vier weken bij David en kom ik tot de ontdekking dat dit het langste is dat ik op één plek ben gebleven sinds ik op wereldreis ben gegaan. Ik ben ondertussen alweer 10 maanden aan het reizen....

Great Barrier Reef

Vorige week vrijdag zijn wij drie wwoofers terug naar Cairns gegaan. Direct het weekend erna zijn Flora en ik op een zeiltocht met overnachting naar de Great Barrier Reef gegaan. ’s Ochtends vroeg gaan we aan boord en krijgen uitleg over het snorkelen en duiken dat we de komende twee dagen gaan doen. Aangekomen bij het eerste rif van de tocht gaan we allemaal snorkelen. Na twee pogingen van mij om niet volledig in paniek te raken omdat ik door de hoge golven het gevoel heb dat ik verdrink, laat ik het snorkelen voor wat het is. Na een eerste onrustig begin met het scuba duiken gaat het daarna prima en begin ik me als een lange, slungelige, bubbels makende vis in het water te voelen. Wat een mooie onderwater wereld is het hier! Onbeschrijfelijk veel kleuren koraal, grote schelpen (1 meter breed!) en vissen. Hierna verkassen we naar een plek vlak bij een klein zand eiland. We overnachten hier en de volgende dag maken we nog twee duiken. We zwemmen met schildpadden, zien anemoonvissen (ook wel bekend als Nemo) en als topper zien we ook rifhaaien! Ik ben weer een super ervaring rijker!

En nu ben ik weer terug in Cairns. Flora is naar Brisbane gevlogen en vertrekt daarna terug naar Nederland. Ik moet weer een nieuw plan gaan maken. Waar zal ik nu naartoe gaan? Welke kant waait de wind me nu op? Dit blijven toch van die vragen/dingen waar je als reiziger mee geconfronteerd wordt. Het is leuk, maar ook vermoeiend.

Tot mijn volgende post lieve kijkbuis-lezers. Hopelijk dit keer wat sneller dan pas weer over 3 maanden, maar ik beloof niets ;-)



In English

Alright, I really have to catch up on my writing on this blog. I’m sorry it took so long! My previous post ended with me arriving in Australia and I am now here more than three months. Time goes by so quickly!

Sydney and around

So what’s happened? I arrived in Sydney mid-march and spent the first two weeks with Amanda, the lady I had met on my tour through Tibet and with whom I travelled through Rajasthan in India. Still, after travelling in Asia for such a while, arriving here was a quite a shock. Everything is so Western, well organized, so many rules and regulations…. I don’t do a lot this first period of time here. Linda, a friend of my sister takes me on the tourist tour through the city and I also meet up with Jeske (a former colleague) a couple of times. In the meantime I discover that Australia is a bit dearer than Asia (okay, it is super expensive!).

I do a barista course here for a day (there is a much larger coffee culture here than back in the Netherlands) and then I move to Coogee, one of the suburbs of Sydney. I housesit there for two weeks. The place is a two minutes walk to the beach, I have my own bed/bathroom/kitchen/house, I do my own laundry and cook my own meals. It’s these basics that you yearn for after a long time backpacking. These two weeks here I don’t do a whole lot either. I really wasn’t in the mood for meeting new people and asking and answering the same questions (“Where are you from? Where have you been? Where are you going?” etc. etc.). After a while you just don’t register it any more. Sometime just to be by myself was what I really needed. And thus my first month in Australia has passed.

First time wwoofing in Sandy Hollow

Who has been addicted to Farmville on Facebook, just like me? Every day digitally milking the cows, feeding the animals, growing fruit and vegies, gathering the eggs etc. etc. Wwoofing is just like that, but than in real life. A short explanation: WWOOF means Willing Workers On Organic Farms. The concept is that the wwoofer (the person who works, me) works 4 to 6 hours a day on an organic farm (the wwoof-host) for food and accommodation (the two most expansive things here in Australia). If you want to know more: www.wwoof.org or www.wwoof.com.au

Directly after my time in Coogee I have my first wwoof-experience at John and Jacinta’s place. They live in Sandy Hollow (for me the middle of nowhere), where they have a farm where they breed horses. They also have cows, calves, chooks (we call them chickens), two dogs and a little vegie garden. The first couple of days there is another wwoofer there, Daniel from England. Jacinta and John both work in a jail (she as a teacher and he as a prison guard), so Dan shows me what needs to be done on a daily basis: feed and water the animals, gather the eggs, weed. Their land is big enough to walk quite a couple of miles every day, so to make things easy they have a quad motorbike. No problem for me of course :-)

After these first days Daniel goes back to Sydney and a new wwoofer arrives, Rose from Australia. Rose works on a ship that goes back and forth to Antarctica, so she is used to working hard. Together with Rose I spend my remaining time in Sandy Hollow. We take care of the horses and ride them regularly and in the meantime we do all kind of chores in and around the house. Rose participates in a charity ride for the finances of the local helicopter (to bring you to the hospital in case of an emergency). That night there’s also a charity auction. I start to get the real Australian cowboy feeling. Awesome!

Just before my birthday I go back to Sydney and together with Eltica I celebrate Queensnight the typical Dutch way: dancing on the music of Guus Meeuwis, jumping to the beats of the Venga Boys and drinking Heineken together with other people dressed in red, white, blue and of course orange. Crazy. How you can feel at home on the other side of the world.

Brisbane

After this I decide I’ve had enough of Sydney for now and take a plane to Brisbane. I have no idea what I’ll do here, but I’m just happy to escape the colder Sydney weather (25 degrees Celsius instead of 15). Weird enough it’s much cheaper to catch a plane than a bus. I’d pay about $ 150 for a plane ticket while a bus ticket costs around $350… And I didn’t even mention the difference in time it takes (airplane: 1,5 hours and bus: 17 hours).

Brisbane, I’m not entirely sure what I think of the city, but what happened there was great. I check in at a hostel with a really relaxed atmosphere. Soon I meet a lot of new people there and I stay longer than I initially had planned. I go to the Lone Pine Koala Sanctuary with Martina to cuddle koalas and pet kangaroos. I walk a lot through the city and visit markets. One of my first nights I sit atop a hill with a couple of girls to see Brisbane by night. When we arrive at the lookout we meet two men, Michael and Lee. They play in a band called ‘Breaking Hart Benton’ and ask if we would mind if they practice on guitar and ukulele. Of course not! So, while drinking cider and looking at the view of Brissy, we listen to some live music. Great! If you want to hear some of their songs or want to know more about this band: www.breakinghartbenton.com

I also meet Kathrine in the hostel, a girl from England, with whom I go to Byron Bay for a couple of days. It’s a great beach town southeast of Brisbane (about 160 kilometers), where we do a beautiful light trek to the lighthouse. What a nice view (and the most eastern point of Australia) and some beautiful nature!

In Brisbane my loyal little laptop crashes. So I buy a new one that breaks down in Byron Bay (within a week). These are the moments I really dislike the fact that I have so much electronics with me. But then again, compared to others it’s not that much I’m travelling with ;-)

So from Byron Bay I go back to Brisbane to get everything fixed (which means another new laptop within a week…) and then I get in the plane again, this time to Cairns where Flora is waiting for me. Flora is Dutch too and we’d met in the hostel in Brisbane.

Second time wwoofing in Ravenshoe

Flora and I just arrived in Cairns when we get the offer to come and wwoof at David’s place in Ravenshoe. I haven’t even unpacked my bag, so we grab the bus and arrive at his place the next day. Dave is a farmer who is really into the organic way of farming. He has a nice vegie garden and fruit trees, a cow for milking and about 70 cows for consumption. Almost everything we eat has lived or grown on his property. Fresh milk, homemade yoghurt, homemade ricotta cheese, cow, pig, chooks (chickens), duck, homemade ham and bacon, salad, reddish, chokoe, carrots, mandarins and oranges. Everything is fresh and hasn’t seen any chemicals. Delicious!

After a week another wwoofer joins us, Saori a girl from Japan. With the three of us we learn how to milk the cow by machine. We feed all the birds, we help with the vegie garden and pick and sell fruit and vegies in the little shop David has on his property. We also make a tank of 900 liters (!!!) of fertilizer, twice. Let’s just say it starts with a whole lot of shit ;-)

Dave is working on an irrigation system so he can pump water from the creek nearby to his house. This is one of the many things he is doing to become self-sufficient. On his farm I learn to ride a bit on the tractor. That is definitely something else than a car, motorbike or quad!!!

David takes us on a couple of trips in the area, the Atherton Tablelands. We visit his mom in Silkwood where he grew-up. We also go to Etty’s Bay where we celebrate Saori’s birthday. On the way and there on the beach we see wild Cassowaries. The best way to describe this animal: a big blue ostrich.

Before I know it four weeks have past and I discover that this has been the longest time I’ve stayed at one place since I went on my world trip. In the meantime I’ve been travelling for ten months in total now…

Great Barrier Reef

Friday a week ago we three wwoofers returned to Cairns. The weekend thereafter Flora and I went on a sailing trip with overnight on the boat on the Great Barrier Reef. That morning we board the boat and get explained about how to snorkel and dive, which we will be doing for the next two days. When we arrive at the first reef we all start with snorkeling. After two attempts of me trying not to panic entirely about the feeling that I’m going to drown because of the huge waves, I quit the snorkeling. When we go scuba diving I start off a little difficult but start to get more comfortable after a while. What a beautiful world is down there! I can’t describe all the colors of coral, the big clamshells (about 1 meter) and the fish. After this dive we sail to a spot behind a small sand island. We spend the night here on the boat and the next day we do two more dives. We swim with turtles, see clownfish in the anemone (also known as Nemo) and we also see reef sharks! Another amazing experience!

And now I’m back in Cairns again. Flora has gone to Brisbane and flies back to the Netherlands in a couple of days. So I need to start making a new plan. Where shall I go? Which way will the wind blow me this time? These are the questions/things that keep coming back to me now and again during my travels. It’s fun, but exhausting at the same time. 

So this is it for now. Hopefully I’ll write a new post sooner next time, but no guarantees ;-)  


Friday, April 6, 2012

Travelling through Vietnam with my Mom!

Photos of Vietnam (click here)


The English version is down below (in purple)

Zo! Ik moet een hoop tijd bijschrijven in mijn blog. Ik ben gebleven bij mijn aankomst in Hanoi (Vietnam). Merte is weer naar huis en ik heb een bed in een slaapzaal geregeld in het Hanoi Backpackers Hostel. Ineens lig ik met 11 andere meiden op een kamer. Het is even wennen. De eerste paar dagen doe ik hier niet zoveel . Ik ontmoet veel Nederlandse meiden, die allemaal na een paar dagen weer weggaan. Wie blijft er dan ook 2 hele weken in Hanoi? Gekkenhuis. Zo ga ik met Jasmijn naar de Temple of Literature en het Ho Chi Minh Mausoleum (de man is al 35 jaar dood en ligt daar opgebaard… brrrr), drink ik met Martine en Esmeralda lekker koffie en met Maaike klets ik onder het genot van een biertje en loempia’s terwijl we in het Hoan Kiem meer dé schildpad zien. Overigens, als je die ziet zou dat eeuwig geluk brengen… Zou het?



Omdat het wel echt een beetje saai wordt zo in m’n eentje, boek ik een trip naar Sapa toe in het noorden van Vietnam. Onderweg naar het station raak ik in gesprek met twee Belgische meiden uit de groep: Nele en Jennifer. Maar nog voordat we in de trein stappen, word ik uit de groep geplukt en in mijn eentje op een andere trein gezet. Wat? Waarom? De volgende dag kom ik ze bij het hotel weer tegen en na ingecheckt te hebben gaan we op wandeltocht. Het is behoorlijk toeristisch (okee, dat is wel een understatement…) en dat wordt alleen maar erger. Dansvoorstellinkje, watervalletje en een hoop winkeltjes in de “tribal villages” met “authentieke spullen”. De tweede dag doen we een trekking en omdat het zo ontzettend mistig is, voel ik me hier echt een beetje gevangen in deze toerist-trap. Het uitzicht moet geweldig mooi zijn, maar ik heb het helaas niet gezien.



En dan komt ein-de-lijk Mama aan in Vietnam J Een van de eerste dingen die we gaan bekijken is de Water Puppet Show. Nou wil ik niet zeuren, maar zoals ik iemand het hoorde omschrijven “Let’s just say that entertainment has come a long way since!”. De show wordt iets van 5 keer per dag uitgevoerd en hoewel we de eerste show van de dag zien, kijken de ‘artiesten’ nu al verveeld uit de ogen. Gelukkig duurt het maar 45 minuten.



Onze eerste echte trip is naar Halong Bay. We doen een tour waarbij we één nacht op een boot slapen. We hebben het geluk dat het weer hier iets meer meezit dan toen ik in Sapa was. Het is er prachtig mooi. De baai is bezaaid met honderden kleine en grotere eilandjes. We bezoeken een grot (“The Amazing Cave”… wie bedenkt zo’n naam?!), bekijken het uitzicht vanaf To Tip eiland en krijgen vooral veel en heerlijk eten voorgeschoteld!



Vanuit Halong Bay gaan we terug naar Hanoi om diezelfde avond meteen door te reizen met de slaaptrein naar Hué. Ik maak me een beetje zorgen om hoe Mam de slaaptrein vindt. Hierdoor slaap ik zelf bar weinig, maar Mama slaapt natuurlijk als een roos. In Hué is een oude citadel en verboden stad. Het is wel leuk, maar vooral een groot complex overgroeid door gras.



Met de ‘tourist-bus’ (lees: aftans, afgeleefd, op z’n tandvlees rijdend gevaarte…) gaan we verder naar Hoi An. Onderweg ziet het eruit alsof we langs grote weilanden rijden (ik blijf tenslotte een Nederlandse), maar als je beter kijkt zie je dat het allemaal rijstvelden zijn. Ook de conische puntmutsen in de velden waarvan ik denk dat het werkende mensen zijn, blijken uiteindelijk Vietnamese vogelverschrikkers…. Ik heb duidelijk mijn bril niet op ;-)



Mama en ik zijn meteen gecharmeerd van dit lieflijke stadje. We wandelen veel door de straatjes die vol met lampionen hangen. De sfeer is gezellig, het eten is lekker en de wijn smaakt goed. Ik laat hier een pak op maat maken: broek, rok en blazer en twee blouzes voor het ‘astronomische’ bedrag van $ 140,- (ongeveer € 120,-). Alles binnen 24 uur gemaakt, past perfect en is lang genoeg. Jammer dat ik geen winkel kon vinden die motorpakken op maat maakt!



We bezoeken My Son, het kleine zusje van wat er in Angkor Wat (Cambodja) te zien zou moeten zijn. Ruïnes van tempels als ook gaten in de grond waar B52 bommen zijn geland… Het is hier bizar druk met toeristen, maar wel leuk en indrukwekkend om te zien. Ook huren we een dag fietsen en toeren zo tussen de rijstvelden van Hoi An heen. Het echte Vietnam gevoel, vind ik althans.



Vanuit Danang, wat 20 km van Hoi An ligt en waar we de Marble mountain en het Cham museum bekijken, gaan we met het vliegtuig naar Dalat. Dalat is deVietnamese stad van de liefde. Grappig genoeg doet het ook echt een beetje aan Parijs denken, vooral omdat er een elektriciteitsmast staat die eruit ziet als de Eifeltoren ;-) Het is hier heerlijk, met vooral Vietnamese toeristen. Dat betekent dat er meer van je “hints-vaardigheden” wordt verwacht, omdat minder mensen hier Engels spreken. Het heeft wel wat.



In Dalat doen we weinig. Het stadje ligt in de bergen, waardoor we iets koeler weer hebben (wat wel gewenst was na het snikhete Hue en het plakkerige Hoi An). Lekker chillen, de Datanla watervallen bezoeken, het zomerpaleis van Dao Bai bekijken en rondom het meer hangen.



2 Maart word ik ’s ochtends vroeg wakker gebeld door mijn lieve vriendin Marisca om te vertellen dat ze die avond (dus 1 maart… handig dat tijdsverschil) bevallen is van Yngve, hun zoontje. Voordat ik op reis ging hebben Marisca en Joeri gevraagd of ik peettante van hun ‘zoontje in wording’ wilde worden, wat ik een eer vond en vind! Natuurlijk wil ik dat. Dus vier ik dat ik aan de andere kant van de wereld peettante ben geworden van hem. Toch voelt het ook wel een beetje raar om niet langs te kunnen gaan.



Vanuit Dalat vliegen we naar Saigon. Wat een gekkenhuis is het hier. Ik dacht dat Hanoi al een uitdaging was qua verkeer, maar dit is Hanoi in het kwadraat! Ik weet niet hoeveel motortjes ze hier hebben, maar het zijn er VEEL! Als je wilt oversteken, ook al is het op een zebrapad en staat het licht voor jou als voetganger op groen, dit is hoe dat in z’n werk gaat: doe een schietgebedje, doe je ogen dicht, begin met oversteken (ja, ook al komt er verkeer aan!), kijk niet achterom en zodra je merkt dat je aan de overkant bent kun je weer gaan ademhalen ;-)



Back to the future in Bangkok (Thailand)

De volgende dag vliegen we meteen door naar Bangkok. Mam wil hier graag nog eens heen om herinneringen op te halen, nu is ze een soort van ‘in de buurt’ is. We checken in bij een super hotel in Bangkok, met zwembad en geweldig uitzicht vanaf de 10e verdieping J De volgende dag gaan we meteen op zoek naar ons vroegere huis. Vorige keer heb ik dus op het verkeerde adres rond gedoold. Nu lopen we er in één keer naartoe. Toch handig als je het juiste adres hebt! We hebben aangebeld, maar de dienstmeid, als ook de twee kinderen die open doen, verstaan haast geen Engels en met handen en voeten lukt het ons niet om uit te leggen dat wij daar hebben gewoond. We hadden graag even binnen willen kijken. Maar goed, we hebben het in ieder gezien en herkend.



Verder in Bangkok gaan we op zoek naar nog meer herinneringen: Wat Po, Lumpini Park en Silom Road. Er is in 20 jaar behoorlijk wat veranderd volgens Mam. Voor mij is het vooral herinneringen zien van 2 maanden geleden: Khao San road, de skytrain en de expressboat. Ergens verwacht ik bekende gezichten te zien, maar die mensen zijn natuurlijk allang doorgereisd of terug naar huis.



Na 3 dagen Bangkok gaan we weer terug naar Saigon, waar we nog 1,5 dag samen hebben. We bezoeken het War Remnant Museum. Indrukwekkend en emotioneel! Ik loop het museum uit met een enorm gevoel van “Wat doen we elkaar als mensheid aan?!” En dan niet alleen de Vietnam – Amerika oorlog, maar elke oorlog. Waarom? En dan ook nog bedenken om chemicaliën te gaan rondstrooien… Mocht je er meer over willen lezen, google “Agent Orange”.

Ook bekijken we nog een van de weinige kerken hier: de ‘Notre Dame’. Mooi staaltje Vietnamese kerkelijkheid al zeg ik het zelf. Waar in Europa zou je namelijk een Maagd Maria standbeeld vinden met blauwe neonlicht aureool er omheen? ;-)



En dan is het tijd om afscheid te nemen. Mam en ik hebben drie heerlijke weken achter de rug met goede gesprekken, lekkere wijntjes en overnacht in goede hotels. Een luxe backpacker vakantie! Ondertussen heb ik besloten dat ik het backpacken een beetje (behoorlijk) zat ben geworden voor nu. Ik wil even op één plek zijn, zonder elke keer weer opnieuw iets te leren kennen qua stad en cultuur. Dus ik besluit om Cambodja over te slaan en vanuit Saigon naar Australië te vliegen.



De laatste paar dagen alleen in Saigon hang ik vooral rond in het backpackers-gebeuren. Ik bezoek de Cu Chi tunnels (waar ik als Nederlander echt te lang voor ben!) en de Cao Dai tempel en drink wat biertjes met 2 Canadese meiden en daarna nog met 2 Nederlandse meiden.



En dan is het moment daar! Na precies 200 dagen (wederom toeval!) berekend vanaf het moment dat ik aan mijn reis begon (inclusief periode in Nederland), kom ik aan in Sydney. Australië was het doel van mijn reis. Ik kon linksom via Amerika, of rechtsom via Azië. En vanaf hier moet ik nu verder gaan kijken…



Liefste Moesje, dank voor de geweldige vakantie samen! Ik ben vereerd dat je met me mee wilde reizen en vond het leuk om jou te laten zien hoe het backpacken gaat. Ik hou super veel van je!

Kus en knuffel!



In English



Well, I have a lot of time to catch up on my blog. My last post ended with my arrival at Hanoi (Vietnam). Merte went back home and I arranged a bed in a dorm in the Hanoi Backpackers Hostel. All of a sudden I’m in a room with 11 other girls. It takes some time to adjust. The first few days I don’t do a whole lot here. I meet a lot of Dutch girls, who all leave again after a couple of days. Who would want to stay in Hanoi for 2 whole weeks? Madness. I go to the Temple of Literature and the Ho Chi Minh Mausoleum (the man has been dead for 35 years and you can go visit him…. Brrrrr), drink nice cups of coffee and have a couple of beers with springrolls while seeing The Turtle in the Hoan Kiem Lake. It’s said to bring good luck forever… Could it be true?



Because it does get a bit boring being alone, I book a tour to Sapa in the north of Vietnam. On my way to the train station I meet two Belgian girls from the tour group. But before we even embark the train, I am taken from the group and put on another train. What? Why? The next day I meet the girls again in the hotel and after we checked in we start a walking tour. It is pretty touristy (okay,  that is an understatement…) and from there it gets worse. A dance performance, a waterfall and a lot of shops with “authentic things” in the “tribal villages”. The second day we do a trekking and because it is so misty I feel trapped in this tourist trap. The view should be beautiful, but unfortunately I haven’t seen it.



And then Mom finally arrives J  One of the first days we go to a Water Puppet Show. Now I don’t want to complain, but like someone described it: “Let’s just say that entertainment has come a long way since!” They perform the show 5 times a day and although we see the first show of that day, the ‘artists’ look really bored. Happily it’s only a 45 minutes show.



Our first real trip takes us to Halong Bay. We book a tour where we will sleep on a boat for one night. Luckily the weather is a bit better than when I went to Sapa. It is beautiful here. The bay is filled with hundreds of small and some bigger islands. We visit a cave (“The Amazing Cave”… who ever came up with that name?!), take a look at the view from To Tip island and have some delicious meals prepared for us!



We go back to Hanoi and from there travel on to Hué by sleeper train. I’m a bit worried about how Mom will come along. This means I get to sleep very little in the train and Mom sleeps like a baby. Hué has an old citadel and Forbidden City. It’s nice to see, but it’s a giant set of buildings overgrown with grass.



With the tourist bus (read: very old, worn out, almost dying thing…) we continue to Hoi An. On the way we come across big field, which look like grass fields (I am still a Dutch girl after all). If you look closer you see that they are in fact rice paddies. Also the conical hats in the field, of which I think are people working the field are in fact Vietnamese scarecrows… I am definitely not wearing my glasses ;-)



Mom and I immediately like this charming town. We wonder the many streets which are decorated with lampions. The atmosphere is nice, the food is great and the wine tastes fine. I buy a tailor made suit: pants, skirt, blazer and two blouses for the total price of $ 140,- (US). Everything is made within 24 hours, fits perfect and is finally long enough. Too bad I can’t find a shop that makes tailor made motorbike suits!



We visit My Son, the little sister of what can be seen in Angkor Wat (Cambodia). Ruins of temples, but also holes in the ground where B52 bombs have been dropped… It is really busy here, but fun and impressive to see. We also rent bikes for a day and cycle through the rice paddies of Hoi An. The real Vietnam experience, at least I think it is.



From Danang, about 20 km from Hoi An where we visit Marble Mountain and the Cham museum, we take an airplane to Dalat. This is the Vietnamese city of love. It does feel a bit like Paris, but that is mostly because there is an electricity pylon that looks like the Eifel tower from a distance ;-) It’s great here and has mostly Vietnamese tourists. That means you have to be good at “hints”, because less people speak English here. It has it’s charm.



We don’t do a whole lot in Dalat. The town is situated in the mountains, so the weather is a bit more breezy (which we don’t mind after melting Hue and sticky hot Hoi An). We chill, visit the Datanla waterfall, look at the summer palace of Dao Bai en walk around the lake.



March 2nd I get an early wake-up call from my dear friend Marisca who tells me she has given birth to their son Yngve that night (so he was born March 1st  oh the time difference makes these things so complicated sometimes). Before I went on my journey Marisca and Joeri asked me to be their son’s godmother, an honor of course! Of course I would love to be that. So I celebrate that I have become a godmother on the other side of the world. Still it feels a bit strange not to be able to visit them.



We fly from Dalat to Saigon. It’s insane here. I thought Hanoi was a traffic challenge, but this is way worse! I didn’t count all the motorbikes here, but let me just say there are a lot. If you want to cross the street, even though you take the pedestrian crossing and the traffic light is green, this is how it goes: say a prayer, close your eyes, start walking (yes, even though traffic is approaching!), don’t look back and as soon as you feel you have reached the other side start breathing again ;-)



Back to the future in Bangkok (Thailand)

The next day we continue the trip and fly to Bangkok. Mom wants to go here once again to recollect memories now she is kinda ‘in the neighborhood’. We check-in in a super hotel in Bangkok, with swimming pool and amazing view from our room on the 10th floor J  The next day we immediately go on a quest to find our former house. Last time I was looking for it on the wrong address. Now we find it straight away. It makes sense to have the right address! We rang the door bell, but the maid and the two kids that open don’t understand English, so we can’t tell them we have lived here before. We would have loved to have had a look inside. Anyway, we’ve seen and recognized it.



We stroll around Bangkok in search for more things of recognition: Wat Po, Lumpini Park and Silom Road. According to Mom things have changed a lot over the past 20 years. For me they are memories of about 2 months ago: Khao San Road, the skytrain and the express boat. I expect to see familiar faces, but everybody has gone on travelling or went back home.



After 3 days in Bangkok we head back to Saigon, where we spend our final 1,5 days together. We visit the War Remnant Museum. Impressive and emotional. I exit here with a sense of “How can we treat other humans like this?” And I am not only talking about the Vietnam – America war, but any war. Why? And then to think of dropping chemicals… If you want to read more, google “Agent Orange”.

We also visit one of the few churches here, the ‘Notre Dame’. A nice example of Vietnamese Christianity, if I may say so. Where in Europe would you find a statue of Virgin Mary with a blue neon light aureole behind it? ;-)



And then the time comes to say goodbye. Mom and I had 3 awesome weeks together with good conversations, great wine and sleeping in nice hotels. A luxury backpacker vacation! In the meantime I have discovered I am a bit sick and weary of the backpack travelling for now. I want to stay in one place for a while, without starting all over by learning a new city and culture every time. So I decide to skip Cambodia and fly to Australia from Saigon.



The last couple of days alone, I spend hanging around Saigon in the backpacking neighborhood. I visit the Cu Chi Tunnels (for which I am definitely too tall as a Dutch girl!) and the Cao Dai Temple, drink some beers with a couple of Canadian girls and a couple of Dutch girls.



And thus the moment is there! After exactly 200 days (coincidence) counted from the day I started this journey (including the time I was in the Netherlands) I arrive in Sydney. Australia has been the goal of my journey. I could have gone left via America but chose to go right via Asia.

And now I have to take it from here…