Wednesday, July 18, 2012

I fell, I flew, I'm free!!!!

Een dag uit mijn reisverslag: Sydney, Woensdag 11 juli 2012

Vanochtend moet ik op tijd opstaan, maar gelukkig ben ik nog eerder al uit mezelf wakker. Volgens mij ben ik een beetje zenuwachtig…  ;-) Ik neem bij een koffiebarretje om de hoek een koffie met bananabread (een van de beste Australische lekkernijen) en ga dan richting de ophaalplek. Er staat nog iemand te wachten (Katherine) die, blijkt later, in hetzelfde hostel zit als ik en ook gaat springen. Als we aankomen bij ‘basecamp’ vertelt Jenny, een van de organisatoren, dat we in de 3e shift zitten en nog wel een uurtje of 3 zullen moeten wachten totdat wij aan de beurt zijn. Shit! Dus gaan we in het busje van de eerste shift mee en worden afgezet bij het winkelcentrum van Penrith. Hier hangen we letterlijk en figuurlijk bijna 3 uur lang rond. Wat een gedoe. Ik hoop dat het dit uiteindelijk allemaal waard is! Ik had de sprong eigenlijk al in Cairns geregeld, maar die is toen gecanceld omdat het weer te slecht was. Hier in Sydney is het weer sinds dagen eindelijk weer eens goed, maar zekerheid hebben we pas als we er echt uitspringen. Fingers crossed!

Eindelijk worden we opgehaald en dan rijden we ook meteen door naar het vliegveldje waar onze Cessna (zo’n klein rammelig vliegtuigje) klaarstaat. Tijdens de rit naar het vliegveld toe trekken we beiden nog een extra broek en fleecetrui aan. Tja, in Sydney  is het tenslotte winter en dus ‘koud’. Bij het vliegveld staat onze pilote op ons te wachten. Een jongedame van ik schat 25 of 26 jaar oud. Okee. Meisje, kunnen wij heel even van leven wisselen?! And then we take off.... Aan de ene kant zien we heel in de verte de stad (maar ik zou het niet herkend hebben) en aan de andere kant hebben we een prachtig uitzicht op de Blue Mountains. Alleen al daarvoor is het het waard.

Ik raak met mijn instructeur Philippe (heet dat een instructeur?) in gesprek, blijkt dat hij jaren in Nederland heeft gewoond en dus praten we ook in het Nederlands. Grappig hoe je weer zomaar iemand Nederlands tegenkomt. Als we op de goede hoogte van 14.000 feet zijn en ik volledig ben vast gegespt aan Philippe is het tijd om te gaan. Eerst verdwijnen Katherine en haar instructeur in de diepte en dan zijn wij aan de beurt. Schuifel schuifel naar de rand (dat is toch wel onhandig als je aan iemand vastzit), benen naar buiten en om de buik van het vliegtuig heen vouwen, hoofd naar achteren en armen voor me gekruist. Philippe vraagt of ik er klaar voor ben en het eerste wat ik roep is NEEE, maar een seconde later vallen we al naar beneden. Bizar. Eerst geef ik nog een schreeuw, maar ik hoor mezelf niet eens dus bedenk ik me dat ik daar net zo goed mee op kan houden. Het zijn van die dingen die door je hoofd gaan tijdens een vrije val. Hahaha. Het ademhalen tijdens zo’n vrije val is ook nog wel iets aparts. Bedenk het je maar alsof je 200 km/h rijdt en dan je hoofd uit het raam van de auto steekt. Maar dan in ijlere lucht.

De vrije val zou ongeveer een minuut duren, maar voor mijn gevoel is het veel korter en dan hangen we ineens al in de parachute. WOW!!!!! Philippe vraagt of ik ook nog wat bochten wil maken. Ja natuurlijk! Eigenlijk vind ik dat gevoel bijna net zo fijn als de vrije val. We zwieren een paar keer rond en dan zijn we alweer beneden. Ik denk vanaf het moment van opstijgen tot de charmante kont-schuif-landing die we hebben gemaakt heeft het ongeveer 20 minuten geduurd. 15 daarvan waren in het vliegtuig.

Wat een rush-kick!!!! Terug op de grond ben ik een beetje sprakeloos. Het is alweer voorbij! Ik wil nog een keer!!! Na ons is er nog een shift en daarna pas gaan we terug naar de stad. Dus is het weer wachten. Wat wel leuk is, is dat we die anderen uit het vliegtuig zien springen. Weet ik ook hoe het er vanaf beneden uitziet. Blijkbaar remt het vliegtuigje namelijk af als er gesprongen gaat worden. Daar merk je niets van als je erin zit (het maakt zo’n kabaal en je bent een beetje met andere dingen bezig zeg maar), maar op de grond hoor je dat heel duidelijk. En dan zie je ineens twee stipjes in de lucht verschijnen. En al snel daarna veranderen die in twee duidelijk te herkennen parachutes.

’s Avonds charter ik een van de jongens in mijn dorm (slaapzaal) die een laptop met dvd-drive heeft om de film terug te kijken. Elke keer als ik het nu terugzie krijg ik weer een shot adrenaline. Een van mijn lang gewenste dromen is in vervulling gegaan en ik heb er weer een super gave ervaring bij!!!!

Hierbij de link naar mijn film: JUMP (klik hier)

In English

A day in my travel journal: Sydney, Wednesday July 11th 2012

I have to get up early this morning, but luckily I wake up even earlier without an alarm. I guess I’m a little nervous… ;-)  At a coffeeshop around the corner I have a coffee and bananabread (one of Australia’s best delights) and then go to the pickup place. There I meet another girl who is also going to do a jump (Katherine), but who is also staying at the same hostel as I am. When we arrive at ‘base camp’ Jenny, one of the organizers, tells us that we are in the third shift and that we will have to wait for an hour or three till it’s our turn. Shit! So we tag along in the van of the first shift that drops us at the shopping mall of Penrith. Here we literally hang around those three hours. Boring. I do hope it is worth it though! I had planned to jump in Cairns, but that was canceled because of the weather. Here in Sydney the weather is finally a bit better, but they won’t guarantee that we’ll jump until we are hanging out of the plane. Fingers crossed!

Finally we are picked up and from there we immediately go to the little airport where our Cessna (one of those tiny rattletraps of an airplane) is waiting. During the ride to the airport we both put on an extra layer of pants and a fleece sweater. Well, it is winter in Sydney, so it’s ‘cold’. We arrive at the airport where your female pilot is waiting for us. A young woman of I guess 25 or 26 years old. Alright. Girl, can we swap lives for a little while?! And then we take off…. On one side we see the city (but I wouldn’t have recognized it) and on the other side we have a beautiful view of the Blue Mountains. Just for this it would be worth it.

I chat a bit with my instructor Philippe (is it called an instructor?) who tells me he has lived in The Netherlands for quite a while and so we talk in Dutch too. Funny how you sometimes meet someone again that is Dutch or can speak it. When we reach the right altitude of 14,000 feet and I am buckled to Philippe, it is time to go. First Katherine and her instructor disappear in the depth and then it is our turn. Together we slide to the ledge (which is most clumsy when you are attached to someone else), legs outside and folded around the belly of the plane, head back and my arms crossed in front of me. Philippe asks me if I’m ready and the first thing I yell is NOOO, but a second later we are falling down. How bizarre. At first I yell, but since I can’t even hear myself I think that I might as well just stop screaming. The things you think of when in freefall. Hahaha. Breathing is a whole different thing during freefall. Think of it as driving 200 km/h and then sticking your head out of the window of the car. But then in thin air.

The freefall is supposed to take a minute or so, but it feels much quicker when the canopy opens. WOW!!! Philippe asks me if I want to make some turns. Of course! I actually like that feeling almost as much as the freefall. We twirl around a couple of times and then we are back on the ground. I think from the moment we took off until the ever so charming butt-landing it took about 20 minutes in total. 15 Minutes of those were in the plane.
What a rush kick!!! Back on earth I’m a little speechless. It’s over! I want to do it again!!! After our shift there is one more shift to go before we head back into town. So once again we have to wait some more. But, in the meantime we do get to see the other people skydive out of the plane. Now I know how it looks like from the ground. Apparently the plane slows down so that the divers can jump out. When you’re up there you don’t notice it (it makes a lot of noise anyway and you’re kinda busy with other things), but when on the ground you can clearly hear it. And then you see two little dots appearing in the sky. Quite soon after that you see them change into clearly recognizable canopies.

That evening I find a boy in my dorm with a laptop with dvd-drive to watch the movie of me. Now every time I see it I get an adrenaline shot. One of my wishes has finally come true and once again I had a new awesome experience!!!

Here is the link to the movie: JUMP (clickhere)

Sunday, July 1, 2012

Ozzie, Ozzie, Ozzie....

Goed, ik moet nu heel veel bijschrijven op mijn blog. Excuses dat het zo lang heeft geduurd!!! In mijn vorige post was ik gebleven bij mijn aankomst in Australië en ik ben hier nu alweer ruim drie maanden. De tijd gaat snel!

Sydney en omgeving

Wat is er allemaal gebeurd? Ik ben half maart gearriveerd in Sydney en heb de eerste twee weken onderdak gehad bij Amanda, de dame die ik tijdens mijn reis door Tibet had ontmoet en met wie ik samen door Rajahstan in India heb gereisd. Toch was het arriveren hier best een schock na zo’n tijd Azië gewend te zijn. Alles is zo Westers, zo georganiseerd, zo vol met regeltjes... Deze eerste periode doe ik niet zo veel. Linda, een vriendin van mijn zusje neemt me mee op de toeristische tour door de stad en ook spreek ik een aantal keer af met Jeske, een oud collega. Maar ja, al snel heb ik in de gaten dat het hier in Australië ook een stuk duurder is dan in Azië (lees: schreeuwend duur!!!!).

Na het doen van een barista-cursus van een dag (er heerst hier een veel grotere koffiecultuur dan in Nederland) verhuis ik naar Coogee, een van de suburbs van Sydney. Hier verblijf ik twee weken om te housesitten. Twee minuten lopen van het strand, mijn eigen bed/badkamer/keuken/huis, zelf mijn was doen en koken. Van die basis dingen waar je na een tijd lang backpacken heel blij van wordt ;-) Ook deze twee weken doe ik veel niets. Ik was duidelijk even toe aan geen nieuwe mensen leren kennen, niet elke keer die standaard vragen te stellen en te beantwoorden (“Waar kom je vandaan? Waar ben je geweest? Hoe lang blijf je hier?” Enz. enz.). Op een gegeven moment sla je dat gewoon niet meer op en kan het je ook niets meer schelen. Heerlijk even op mezelf zijn, ik had het duidelijk nodig. En zo is mijn eerste maand Australië al snel voorbij.

Eerste keer wwoofen in Sandy Hollow

Wie is er net als ik verslaafd geweest aan Farmville op Facebook? Iedere dag digitaal de koeien melken, de beesten voeren, groente en fruit groeien, eieren rapen enz. enz. Wwoofen is net zo, maar dan in het echt. Even een korte uitleg: WWOOF staat voor Willing Workers On Organic Farms. Het concept bestaat eruit dat de wwoofer (de arbeider, ik dus) ongeveer 4 tot 6 uur per dag werkt op een biologische boerderij (de wwoof-host) tegen eten en onderdak (de twee duurste dingen hier in Australië). Wil je meer weten: www.wwoof.org of www.wwoof.com.au

Direct na mijn tijd in Coogee ga ik mijn eerste wwoof-ervaring tegemoet bij John en Jacinta. Het stel woont in Sandy Hollow (the middle of nowhere voor mijn gevoel) en heeft daar een boerderij waar ze wat paarden fokken. Daarnaast hebben ze koeien, kalveren, kippen, twee honden en een kleine moestuin. De eerste paar dagen is er nog een jongen die daar aan het wwoofen is, Daniel uit Engeland. Jacinta en John werken allebei in een gevangenis (zij als docent en hij als bewaker), dus Dan laat me zien wat er elke dag zo’n beetje moet gebeuren: beesten te eten en water geven, eieren rapen, onkruid wieden. Hun land is groot genoeg om behoorlijk wat kilometers per dag te moeten lopen, dus hebben ze een quad om het leven wat makkelijker te maken. Dat vind ik natuurlijk geen probleem en cross met veel plezier op die vierwieler rond  :-)

Na een paar dagen gaat Daniel terug naar Sydney en komt Rose, een Australische voor hem in de plaats. Rose werkt op een schip dat af en aan naar Antartica vaart en is dus wel gewend om de handen uit de mouwen te steken. Samen met haar breng ik de rest van mijn periode door in Sandy Hollow. We verzorgen de paarden en rijden er regelmatig op en ondertussen doen we allerlei klussen in en rondom het huis. Ook doet Rose mee aan een rit voor het goede doel, namelijk het financieren van de plaatselijke helicopter (die je in geval van nood zo snel mogelijk naar het ziekenhuis brengt). ’s Avonds is er een veiling voor hetzelfde doel. Ik begin nu het gevoel van het echte Australische cowboy-leven te krijgen. Leuk!

Vlak voor mijn verjaardag ga ik terug naar Sydney en ik vier samen met Eltica Koninginnenach op z’n oer-Hollands: al polonaise dansend op Guus Meeuwis, hossend op de Venga Boys en Heineken drinkend tussen allemaal mensen in rood, wit, blauw en natuurlijk oranje. Briljant. Voel je je toch even thuis aan de andere kant van de wereld.

Brisbane

Hierna besluit ik dat ik voorlopig genoeg heb van Sydney en pak ik het vliegtuig naar Brisbane. Nog geen idee wat ik hier in godsnaam zal gaan doen, maar ja het werd ook wat kouder in Sydney en hier is de temperatuur een stukje lekkerder (15oC ten opzichte van 25oC). Grappig genoeg is vliegen hier veel goedkoper dan bijvoorbeeld de bus pakken. Ik betaal voor een vliegticket enkele reis ongeveer $150, terwijl een busticket al snel $350 is.... En dan hebben we het nog niet over het verschil in reistijd gehad (vliegtuig: 1,5 uur en bus: 17 uur).

Brisbane, ik ben er nog steeds niet over uit wat ik precies van de stad vind, maar wat ik er heb meegemaakt was in ieder geval super. Ik check in bij een hostel dat een heel relaxte sfeer heeft. Al snel leer ik weer mensen kennen en blijf ik uiteindelijk veel langer hangen dan gepland. Ik ga een dagje naar de Lone Pine Koala Sanctuary met Martina om koala’s te knuffelen en kangaroe’s te aaien. Ik wandel veel door de stad en bezoek marktjes. Een van mijn eerste avonden zit ik samen met wat meiden bovenop een heuvel dat een geweldig uitzicht over Brisbane by night geeft. Aangekomen bij het uitzichtpunt treffen we daar twee mannen, Michael en Lee. Ze zitten in een band die ‘Breaking Hart Benton’ heet en vragen ons of we het vervelend vinden als ze wat gitaar en ukelele spelen om te oefenen. Nee, natuurlijk niet! Cider drinken, uitzicht op Brisbane en ondertussen live muziek horen. Helemaal heerlijk! Als je wat van hun liedjes wilt horen of meer over de band wilt weten: www.breakinghartbenton.com

In het hostel ontmoet ik onder andere ook Kathrine, een meid uit Engeland waarmee ik een paar dagen naar Byron Bay ga. Dit is een geweldig strand plaatsje ten zuidoosten van Brisbane (ongeveer 160 kilometer), waar we een super mooie wandeling naar de vuurtoren maken. Wat een uitzicht (onder andere het meest oostelijke puntje van Australië), wat een natuur!

In Brisbane is mijn trouwe laptopje stuk gegaan. Ik koop een nieuwe, die er in Byron Bay (nog geen week later) ook mee kapt. Op zulk soort momenten baal ik echt van al die electronica die ik met mij meesleep. En dan valt mijn hoeveelheid ten opzichte van anderen nog behoorlijk mee ;-)

Dus vanuit Byron Bay weer terug naar Brisbane om de boel te regelen (tweede nieuwe laptop in een week tijd...) en dan stap ik weer het vliegtuig in, dit keer op naar Cairns waar Flora op me zit te wachten. Flora komt uit Nederland en heb ik ook ontmoet in het hostel in Brisbane.

Tweede keer wwoofen in Ravenshoe

Flora en ik zijn pas één dag in Cairns als we een aanbod krijgen om te komen wwoofen bij David in Ravenshoe. Ik heb mijn tas nog niet uitgepakt, dus we pakken de bus en zitten zo een dag later al bij Dave aan tafel. Dave is een boer die duidelijk bezig is met het biologische van zijn boerderij. Hij heeft een grote moestuin met verschillende groenten, diverse citrusvrucht bomen, één melkkoe en een vee van een stuk of 70 koeien voor consumptie. Bijna alles wat we eten heeft op zijn land geleefd of gegroeid. Verse melk, zelf gemaakte yoghurt, zelf gemaakte ricottakaas, koe, varken, kip, eend, zelfgemaakte ham en spek, sla, radijs, choko, worteltjes, mandarijnen en sinaasappels. Alles vers en onbespoten. Heerlijk!

Na een week komt er nog een wwoofer bij David, genaamd Saori, een meid uit Japan. Met z’n drieën leren we de koe te melken met machine. We voeren alle gevogelte, we helpen mee met de groenten te verbouwen en te plukken en we verkopen ook diverse groente en fruit in zijn stalletje langs de weg. Daarnaast maken we met z’n vieren twee keer een lading van 900 liter (!!!) bemesting. Laten we zeggen dat er veel shit in gaat ;-)

Dave is bezig met het aanleggen van leidingwerk om water uit de rivier naar zijn huis te pompen. Ook op die manier probeert hij zelfvoorzienend te worden. Hier op de boerderij leer ik een klein beetje tractor te rijden. Dat is toch wel wat anders dan auto, motor of quad!!!

Naast het werk neemt David ons regelmatig mee op tochtjes door de omgeving in The Atherton Tablelands. Zo bezoeken we zijn moeder in Silkwood waar hij is opgegroeid. Ook gaan we naar Etty’s Bay om de verjaardag van Saori te vieren. Onderweg hier naartoe en daar op het strand zelf zien we Cassowary’s in het wild. De beste omschrijving: een grote blauwe struisvogel.

Voor ik het in de gaten heb, zijn er alweer vier weken bij David en kom ik tot de ontdekking dat dit het langste is dat ik op één plek ben gebleven sinds ik op wereldreis ben gegaan. Ik ben ondertussen alweer 10 maanden aan het reizen....

Great Barrier Reef

Vorige week vrijdag zijn wij drie wwoofers terug naar Cairns gegaan. Direct het weekend erna zijn Flora en ik op een zeiltocht met overnachting naar de Great Barrier Reef gegaan. ’s Ochtends vroeg gaan we aan boord en krijgen uitleg over het snorkelen en duiken dat we de komende twee dagen gaan doen. Aangekomen bij het eerste rif van de tocht gaan we allemaal snorkelen. Na twee pogingen van mij om niet volledig in paniek te raken omdat ik door de hoge golven het gevoel heb dat ik verdrink, laat ik het snorkelen voor wat het is. Na een eerste onrustig begin met het scuba duiken gaat het daarna prima en begin ik me als een lange, slungelige, bubbels makende vis in het water te voelen. Wat een mooie onderwater wereld is het hier! Onbeschrijfelijk veel kleuren koraal, grote schelpen (1 meter breed!) en vissen. Hierna verkassen we naar een plek vlak bij een klein zand eiland. We overnachten hier en de volgende dag maken we nog twee duiken. We zwemmen met schildpadden, zien anemoonvissen (ook wel bekend als Nemo) en als topper zien we ook rifhaaien! Ik ben weer een super ervaring rijker!

En nu ben ik weer terug in Cairns. Flora is naar Brisbane gevlogen en vertrekt daarna terug naar Nederland. Ik moet weer een nieuw plan gaan maken. Waar zal ik nu naartoe gaan? Welke kant waait de wind me nu op? Dit blijven toch van die vragen/dingen waar je als reiziger mee geconfronteerd wordt. Het is leuk, maar ook vermoeiend.

Tot mijn volgende post lieve kijkbuis-lezers. Hopelijk dit keer wat sneller dan pas weer over 3 maanden, maar ik beloof niets ;-)



In English

Alright, I really have to catch up on my writing on this blog. I’m sorry it took so long! My previous post ended with me arriving in Australia and I am now here more than three months. Time goes by so quickly!

Sydney and around

So what’s happened? I arrived in Sydney mid-march and spent the first two weeks with Amanda, the lady I had met on my tour through Tibet and with whom I travelled through Rajasthan in India. Still, after travelling in Asia for such a while, arriving here was a quite a shock. Everything is so Western, well organized, so many rules and regulations…. I don’t do a lot this first period of time here. Linda, a friend of my sister takes me on the tourist tour through the city and I also meet up with Jeske (a former colleague) a couple of times. In the meantime I discover that Australia is a bit dearer than Asia (okay, it is super expensive!).

I do a barista course here for a day (there is a much larger coffee culture here than back in the Netherlands) and then I move to Coogee, one of the suburbs of Sydney. I housesit there for two weeks. The place is a two minutes walk to the beach, I have my own bed/bathroom/kitchen/house, I do my own laundry and cook my own meals. It’s these basics that you yearn for after a long time backpacking. These two weeks here I don’t do a whole lot either. I really wasn’t in the mood for meeting new people and asking and answering the same questions (“Where are you from? Where have you been? Where are you going?” etc. etc.). After a while you just don’t register it any more. Sometime just to be by myself was what I really needed. And thus my first month in Australia has passed.

First time wwoofing in Sandy Hollow

Who has been addicted to Farmville on Facebook, just like me? Every day digitally milking the cows, feeding the animals, growing fruit and vegies, gathering the eggs etc. etc. Wwoofing is just like that, but than in real life. A short explanation: WWOOF means Willing Workers On Organic Farms. The concept is that the wwoofer (the person who works, me) works 4 to 6 hours a day on an organic farm (the wwoof-host) for food and accommodation (the two most expansive things here in Australia). If you want to know more: www.wwoof.org or www.wwoof.com.au

Directly after my time in Coogee I have my first wwoof-experience at John and Jacinta’s place. They live in Sandy Hollow (for me the middle of nowhere), where they have a farm where they breed horses. They also have cows, calves, chooks (we call them chickens), two dogs and a little vegie garden. The first couple of days there is another wwoofer there, Daniel from England. Jacinta and John both work in a jail (she as a teacher and he as a prison guard), so Dan shows me what needs to be done on a daily basis: feed and water the animals, gather the eggs, weed. Their land is big enough to walk quite a couple of miles every day, so to make things easy they have a quad motorbike. No problem for me of course :-)

After these first days Daniel goes back to Sydney and a new wwoofer arrives, Rose from Australia. Rose works on a ship that goes back and forth to Antarctica, so she is used to working hard. Together with Rose I spend my remaining time in Sandy Hollow. We take care of the horses and ride them regularly and in the meantime we do all kind of chores in and around the house. Rose participates in a charity ride for the finances of the local helicopter (to bring you to the hospital in case of an emergency). That night there’s also a charity auction. I start to get the real Australian cowboy feeling. Awesome!

Just before my birthday I go back to Sydney and together with Eltica I celebrate Queensnight the typical Dutch way: dancing on the music of Guus Meeuwis, jumping to the beats of the Venga Boys and drinking Heineken together with other people dressed in red, white, blue and of course orange. Crazy. How you can feel at home on the other side of the world.

Brisbane

After this I decide I’ve had enough of Sydney for now and take a plane to Brisbane. I have no idea what I’ll do here, but I’m just happy to escape the colder Sydney weather (25 degrees Celsius instead of 15). Weird enough it’s much cheaper to catch a plane than a bus. I’d pay about $ 150 for a plane ticket while a bus ticket costs around $350… And I didn’t even mention the difference in time it takes (airplane: 1,5 hours and bus: 17 hours).

Brisbane, I’m not entirely sure what I think of the city, but what happened there was great. I check in at a hostel with a really relaxed atmosphere. Soon I meet a lot of new people there and I stay longer than I initially had planned. I go to the Lone Pine Koala Sanctuary with Martina to cuddle koalas and pet kangaroos. I walk a lot through the city and visit markets. One of my first nights I sit atop a hill with a couple of girls to see Brisbane by night. When we arrive at the lookout we meet two men, Michael and Lee. They play in a band called ‘Breaking Hart Benton’ and ask if we would mind if they practice on guitar and ukulele. Of course not! So, while drinking cider and looking at the view of Brissy, we listen to some live music. Great! If you want to hear some of their songs or want to know more about this band: www.breakinghartbenton.com

I also meet Kathrine in the hostel, a girl from England, with whom I go to Byron Bay for a couple of days. It’s a great beach town southeast of Brisbane (about 160 kilometers), where we do a beautiful light trek to the lighthouse. What a nice view (and the most eastern point of Australia) and some beautiful nature!

In Brisbane my loyal little laptop crashes. So I buy a new one that breaks down in Byron Bay (within a week). These are the moments I really dislike the fact that I have so much electronics with me. But then again, compared to others it’s not that much I’m travelling with ;-)

So from Byron Bay I go back to Brisbane to get everything fixed (which means another new laptop within a week…) and then I get in the plane again, this time to Cairns where Flora is waiting for me. Flora is Dutch too and we’d met in the hostel in Brisbane.

Second time wwoofing in Ravenshoe

Flora and I just arrived in Cairns when we get the offer to come and wwoof at David’s place in Ravenshoe. I haven’t even unpacked my bag, so we grab the bus and arrive at his place the next day. Dave is a farmer who is really into the organic way of farming. He has a nice vegie garden and fruit trees, a cow for milking and about 70 cows for consumption. Almost everything we eat has lived or grown on his property. Fresh milk, homemade yoghurt, homemade ricotta cheese, cow, pig, chooks (chickens), duck, homemade ham and bacon, salad, reddish, chokoe, carrots, mandarins and oranges. Everything is fresh and hasn’t seen any chemicals. Delicious!

After a week another wwoofer joins us, Saori a girl from Japan. With the three of us we learn how to milk the cow by machine. We feed all the birds, we help with the vegie garden and pick and sell fruit and vegies in the little shop David has on his property. We also make a tank of 900 liters (!!!) of fertilizer, twice. Let’s just say it starts with a whole lot of shit ;-)

Dave is working on an irrigation system so he can pump water from the creek nearby to his house. This is one of the many things he is doing to become self-sufficient. On his farm I learn to ride a bit on the tractor. That is definitely something else than a car, motorbike or quad!!!

David takes us on a couple of trips in the area, the Atherton Tablelands. We visit his mom in Silkwood where he grew-up. We also go to Etty’s Bay where we celebrate Saori’s birthday. On the way and there on the beach we see wild Cassowaries. The best way to describe this animal: a big blue ostrich.

Before I know it four weeks have past and I discover that this has been the longest time I’ve stayed at one place since I went on my world trip. In the meantime I’ve been travelling for ten months in total now…

Great Barrier Reef

Friday a week ago we three wwoofers returned to Cairns. The weekend thereafter Flora and I went on a sailing trip with overnight on the boat on the Great Barrier Reef. That morning we board the boat and get explained about how to snorkel and dive, which we will be doing for the next two days. When we arrive at the first reef we all start with snorkeling. After two attempts of me trying not to panic entirely about the feeling that I’m going to drown because of the huge waves, I quit the snorkeling. When we go scuba diving I start off a little difficult but start to get more comfortable after a while. What a beautiful world is down there! I can’t describe all the colors of coral, the big clamshells (about 1 meter) and the fish. After this dive we sail to a spot behind a small sand island. We spend the night here on the boat and the next day we do two more dives. We swim with turtles, see clownfish in the anemone (also known as Nemo) and we also see reef sharks! Another amazing experience!

And now I’m back in Cairns again. Flora has gone to Brisbane and flies back to the Netherlands in a couple of days. So I need to start making a new plan. Where shall I go? Which way will the wind blow me this time? These are the questions/things that keep coming back to me now and again during my travels. It’s fun, but exhausting at the same time. 

So this is it for now. Hopefully I’ll write a new post sooner next time, but no guarantees ;-)